Petra Velthuysen, sectormanager Onderwijs & Onderzoek bij het CAOP, vult aan: ‘Investeren in een goede begeleiding wordt door veel jonge uitstromers en zij-instromers vaak als belangrijkste reden aangegeven als zij terugblikken op hun relatief snelle vertrek uit het onderwijs. Men geeft vaak aan dat het met betere begeleiding in de eerste jaren toch een succes had kunnen worden.’
Wat willen de ministers aan het lerarentekort doen?
De ministers concluderen in de lerarenbrief dat er wel veel initiatieven zijn om het lerarentekort terug te dringen, maar dat het nog te versnipperd plaatsvindt en dat er soms te veel sprake is van vrijblijvendheid. Daarbij geven ze aan dat betrokken partijen ‘over hun eigen schaduw heen moeten stappen en vanuit het collectief belang te denken en te handelen’. Petra Velthuysen is het hiermee eens: ‘Regionale samenwerking is nodig omdat de werkgelegenheid ook regionaal verschilt. We moeten voorkomen dat er onderling wordt geconcurreerd tussen scholen. Zeker omdat de tekorten ongelijk zijn verdeeld over de scholen. Door regionaal samen te werken heb je ook een beter zicht op de regionale knelpunten en kunnen deze waar nodig ook overstijgend aangepakt worden. Denk aan het bieden van goede zij-instroomtrajecten, het organiseren van goede begeleiding vanuit de opleiding; binnen de school en leerplatforms.’
De ministers komen met een landelijke strategie ‘met een uitvoering van de aanpak dichtbij het veld, waar de tekorten ervaren worden’. In de strategie maken ze onderscheid tussen maatregelen die bijdragen aan de aantrekkelijkheid van het lerarenberoep en de onderwijskwaliteit duurzaam te verbeteren. In de lerarenbrief richten de ministers zich op vier speerpunten:
1. Dichtbij in de regio
De ministers willen toewerken naar een duurzame samenwerking in de regio. Er worden onderwijsregio’s gevormd en bindende afspraken gemaakt over de regionale aanpak van het lerarentekort. ‘Partijen in de regio die daar nu nog in verschillende verbanden aan werken, zoals via de Regionale Aanpak Personeelstekorten (RAP), Samen Opleiden en Professionaliseren (SO&P) en de regionale allianties verbinden zich tot één onderwijsregio met een Regionale Aanpak Toekomst Onderwijsarbeidsmarkt (RATO)’, zo staat in de lerarenbrief.
Petra Velthuysen ziet kansen: ‘Er zijn veel mooie initiatieven besproken op de Onderwijs Top van de stichting van het Onderwijs. We volgen deze projecten in 2023 nauwlettend, zodat ze hopelijk kunnen opschalen en we koppelen hierover terug aan de ministers.’
2. Landelijke strategie en realisatie-eenheid
De ministers volgen het advies van Van de Bunt-adviseurs op en richten een ‘realisatie-eenheid’ op binnen het ministerie van OCW. In de lerarenbrief staat hierover: ‘De realiasatie-eenheid is een slagvaardige landelijke organisatie, waarmee de bestaande (ondersteunings)structuren van de huidige regionale samenwerkingen worden gebundeld en hier landelijk regie op wordt gevoerd. Deze landelijke eenheid ondersteunt, jaagt aan, deelt kennis en monitort resultaten. De eenheid faciliteert de regio’s en stuurt tegelijkertijd op de totale impact door te zorgen voor een wisselwerking tussen regio’s en tussen de regionale en landelijke ontwikkelingen.’
Mariska Stuivenberg, onderwijsadviseur en fondssecretaris Arbeidsmarktplatform PO, heeft lang gewacht op het advies en vindt dat jammer: ‘Het advies heeft een tijdje op zich laten wachten. Het is goed dat de diverse goede initiatieven meer aan elkaar gekoppeld worden. Dat moet wel zorgvuldig gebeuren zodat het niet ten koste gaat van initiatieven die nu goed verlopen.’