Tijd, vergaderfaciliteiten en scholing zijn voorbeelden van faciliteiten waar medezeggenschapsraden gebruik van maken. Ook budget voor het inhuren van externe deskundigen en administratieve ondersteuning valt onder die faciliteiten. Om het werk goed uit te kunnen voeren, moeten ze hier voldoende in voorzien zijn. De meeste respondenten vonden ook dat ze hier voldoende in voorzien werden. 14% vindt dat de geboden faciliteiten onvoldoende zijn. Ongeveer driekwart van de schoolleiders en bestuurders in het primair onderwijs ziet het als hun taak om de medezeggenschapsraad actief te informeren over de faciliteiten en eventuele drempels weg te nemen.
Welke faciliteiten zijn in wetgeving of cao vastgelegd?
De faciliteiten waar medezeggenschapsraden gebruik van kunnen maken, zijn landelijk op twee plaatsen vastgelegd: de faciliteitenregeling (artikel 28 van de Wet Medezeggenschap op Scholen) en de cao. Ongeveer de helft van alle medezeggenschapsleden en werkgevers in de steekproef is bekend met de regeling en de cao-afspraken over faciliteiten. Medezeggenschapsraden in het voortgezet onderwijs lijken op sommige punten beter op de hoogte te zijn dan die in het primair onderwijs. De meeste betrokkenen hebben de informatie over faciliteiten zelf opgezocht, of hebben ervan gehoord via een collega of het medezeggenschapsstatuut.
Gebruik van faciliteiten en belemmeringen
Medezeggenschapsraden maken op verschillende manier gebruik van faciliteiten. Een derde van de medezeggenschapsraden in het po bekostigt deskundigen, rechtsgedingen en administratieve ondersteuning. In het vo is dat de helft. Vier op de vijf medezeggenschapsraden in het po gebruikt een vergoeding van kosten (inclusief scholingskosten) en in het vo is dat twee derde van de raden. Sommige faciliteiten worden minder vaak benut, bijvoorbeeld juridische ondersteuning.
De top drie belemmeringen die medezeggenschapsraden ervaren, zijn gebrek aan juridische kennis, tijd en inhoudelijke kennis. Schoolleiders en bestuurders ervaren belemmeringen als gebrek aan mensen, grote tijdsinvestering en onvoldoende kennis bij bevoegd gezag.
Goede voorbeelden van het gebruik van faciliteiten
De steekproef geeft voorbeelden van waar de medezeggenschap erg goed functioneert:
- Werken aan de relatie tussen de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad ((G)MR) en de bestuurder of schoolleider. Hard werken aan de relatie werpt op termijn zijn vruchten af. Dit deden medezeggenschapsraden door intensiever samen te werken en met behulp van een mediator.
- Goede faciliteiten scheppen hoge verwachtingen. Ruime facilitering zorgt voor goede medezeggenschap doordat de lat hoog wordt gelegd en de raad meer serieus wordt genomen.
- Ouders met kennis betrekken. Sommige ouders worden als expert ingehuurd, anderen kunnen vanuit hun eigen vakgebied soms veel toevoegen aan de raad.
- Raadplegen jurist van een vakbond of een andere dienstverlener. De dienstverlening van de vakbond of een andere dienstverlener wordt door meerdere medezeggenschapsraden goed gebruikt.
Conclusie: tevredenheid, maar ook verbeterpunten
Het faciliteren van medezeggenschap is van groot belang voor een goed functionerend funderend onderwijs. Hoewel de meerderheid van de medezeggenschapsraden tevreden is met de geboden faciliteiten, zijn er nog verbeterpunten. Een betere bekendheid met de beschikbare faciliteiten en een actievere rol van schoolleiders en bestuurders kunnen bijdragen aan een nog effectievere medezeggenschap in het onderwijs.
Meer informatie
In totaal vulden 130 (G)MR-leden (82 personeel, 46 ouders en 2 leerlingen) en 23 leden van het bevoegd gezag (16 schoolleiders en 6 bestuurders) uit het primair en voortgezet onderwijs een vragenlijst in. Daarnaast werden 3 focusgroepgesprekken gehouden met in totaal 9 (G)MR-leden (5 personeel en 4 ouders). Hoewel de steekproefgrootte beperkt is om algemene uitspraken te doen over de gehele populatie, zijn de resultaten indicatief en bieden ze waardevolle inzichten.