Recent meldde het NOS dat het tekort aan wiskundeleraren in de komende vijf jaar naar verwachting zal verdubbelen, dat betekent dat in 2026 het aantal vacatures voor fulltime docenten de 513 zal aantikken. De Vereniging van Wiskundelaren luidde de alarmbel. ‘Als we zo doorgaan, hebben we straks een hele generatie die niet kan rekenen’, aldus Ebrina Smallegange, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren, tegen de NOS. Onderzoekers van het CAOP meldden vorig jaar al dat het extra tekort aan wiskundeleraren in 2030 6% van de gehele werkgelegenheid zal bedragen.
Nieuws
Onderzoek naar tekort aan wiskundeleraren: een jaar later
14 juni 2022In opdracht van het ministerie van OCW deed het CAOP een jaar geleden onderzoek naar tekortvakken in het voortgezet onderwijs, om de vakspecifieke knelpunten en oplossingen in kaart te brengen. Wiskunde bleek één van de grootste en belangrijkste tekortvakken. De scenario’s waarvoor het CAOP in het rapport waarschuwde, worden nu realiteit. Aan de andere kant worden nu ook enkele suggesties uit het rapport in praktijk gebracht.
‘Net als bij functioneel analfabetisme is functionele ongecijferdheid voor veel mensen een probleem. Onderzoekers schatten dat in Nederland circa anderhalf miljoen mensen problemen ondervinden met gecijferdheid’
Ruud van der Aa, onderzoeker bij het CAOP
Kwalitatief tekort
Naast een kwantitatief tekort waarschuwden de CAOP-onderzoekers Sifra van Zijtveld en Ruud van der Aa ook voor een kwalitatief tekort. Veel onbevoegde leraren komen voor de klas te staan, waardoor de kwaliteit van het onderwijs sterk afneemt. Dit beaamt Desiree Agterberg, lerarenopleider wiskunde aan de Hogeschool van Amsterdam, in een interview met de NOS. ‘Bijna alle deeltijdstudenten komen binnen met een baan als onbevoegd docent. De studenten komen helemaal niet meer toe aan hun eigen huiswerk, omdat ze bijvoorbeeld een ouderavond hebben of een klas moeten overnemen. En bovendien kunnen ze soms nog niet zo goed lesgeven.’
‘De gevolgen van slecht wiskundeonderwijs kunnen groot zijn, zowel in het dagelijks leven als voor de maatschappij’, zegt Ruud van der Aa. ‘Denk bijvoorbeeld aan het niet kunnen omgaan met geld of het niet kunnen lezen en begrijpen van tabellen en grafieken, in je werk, op verpakkingen enzovoort. Net als bij functioneel analfabetisme is functionele ongecijferdheid voor veel mensen een probleem. Onderzoekers schatten dat in Nederland circa anderhalf miljoen mensen problemen ondervinden met gecijferdheid.’
Uitval studenten
Agterberg meldt dat veel studenten de opleiding tot wiskundedocent vroegtijdig stopzetten, omdat deze onmogelijk te combineren is met hun baan in het onderwijs als onbevoegd docent. ‘Ze hebben bijvoorbeeld moeite met orde houden, maar worden wel voor de moeilijkste klassen gezet. Ze ervaren de druk als hoog en daardoor stoppen ze ook eerder met de opleiding.’ Hiervoor waarschuwden de onderzoekers van het CAOP vorig jaar al.
In het verlengde hiervan gaven de respondenten in het onderzoek verschillende mogelijke oplossingen, waardoor het CAOP een meersporenbeleid adviseerde. Volgens de respondenten zou het helpen om studenten met een bèta-achtergrond meer ondersteuning te bieden, en dit ook te doen tijdens de overgang van de opleiding naar de beroepspraktijk. Ook opperden ze om studenten voordat ze afstuderen een baangarantie te geven en ze zo te motiveren verder te gaan met de studie. Daarnaast klonk het advies om minder focus te leggen op onderzoek tijdens de studie en meer aandacht te geven aan de persoonlijke behoeftes van studenten. Maar ook meer alternatieve oplossingsrichtingen bleken het verkennen waard. Zie hiervoor de handreiking Docenten werven voor tekortvakken in het vo, die het CAOP opstelde.
Focus op zij-instroom
Een andere suggestie uit het rapport van de CAOP-onderzoekers was het stimuleren van zij-instroom. Deze suggestie brengt de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren en belangenorganisatie Vluchtelingenwerk in praktijk met een intensief bijscholingstraject voor vluchtelingen die in hun land van herkomst een bevoegdheid als wiskundedocent haalden. Aan de hand van rollenspellen worden zij klaargestoomd om in Nederland voor de klas te staan. In anderhalf jaar krijgen ze aan de Hogeschool Utrecht tweemaal per week intensief Nederlandse les, als aanvulling op de lessen uit hun inburgeringscursus.
‘Als het gaat om nieuwe initiatieven, zoals die in het Gooi, is het belangrijk dat die overdraagbaar worden gemaakt, zodat anderen kunnen leren van de ervaringen die worden opgedaan. Het is zonde als het wiel telkens opnieuw wordt uitgevonden’
Ruud van der Aa, onderzoeker bij het CAOP
Regionale samenwerking
Momenteel is het project enkel regionaal actief, waardoor de leraren in opleiding enkel stage kunnen lopen in het Gooi. Eén van de suggesties van de CAOP-onderzoekers ten aanzien van het algemeen beleid was om mogelijkheden voor regionale samenwerking te verkennen. Projectleider Inke Logtenberg hoopt dat dit voor dit project snel zal gebeuren. Ze meldt aan de Volkskrant dat vanuit Den Haag reeds interesse getoond werd.
Volgens Van der Aa biedt een regionale samenwerking, zowel binnen regio’s als tussen regio’s, kansrijke mogelijkheden om de aanpak van lerarentekorten effectief te organiseren. ‘Door regionaal samen te werken, ontstaat meer massa en wendbaarheid om knelpunten op de arbeidsmarkt op te vangen. De regionale mobiliteitscentra kunnen hierin een coördinerende functie vervullen. Ook het gezamenlijk vormgeven van de begeleiding van startende leraren kan in samenwerking tussen schoolbesturen beter tot stand komen. Als het gaat om nieuwe initiatieven, zoals die in het Gooi, is het belangrijk dat die overdraagbaar worden gemaakt, zodat anderen kunnen leren van de ervaringen die worden opgedaan. Het is zonde als het wiel telkens opnieuw wordt uitgevonden.’
Wil je hier meer over weten?
Ruud
van der Aa
van der Aa