Blog Patrick Banis
Bij de uitvoering van het beleid verliezen de Tweede Kamer, ministeries en uitvoeringsorganisaties vaak de menselijke maat uit het oog. Dat is een van de conclusies in het rapport ‘Klem tussen balie en beleid’ van de commissie-Bosman, dat 25 februari 2021 uitkwam. De commissie deed onderzoek naar problemen bij de uitvoering van overheidsbeleid. Waarom gaat het soms gruwelijk mis? Doen de mensen die in de uitvoeringsorganisaties van de overheid werken soms niet genoeg hun best? Je verwacht toch dat iedereen bij de overheid werkt vanuit een intrinsieke motivatie om de burger te helpen.
Geen oog voor de uitvoering
Eigenlijk weten we al jaren dat er problemen zijn in het samenspel tussen overheid, politiek en beleidsuitvoering. In 2017 waarschuwde toenmalig informateur Tjeenk Willink al in een bijlage van zijn eindverslag dat de Tweede Kamer veel te weinig oog had voor de uitvoering van wetten. Het is prachtig dat we een gedetailleerde wetgeving en uitvoering hebben, maar begrijpt de burger het nog wel? Als we weten dat 20 % van de mensen digitaal niet vaardig is en moeite heeft met lezen en schrijven, wat betekent dit dan voor overheidscommunicatie?
Het rapport van de commissie-Bosman gaat nog een stap verder: eigenlijk heeft de Tweede Kamer helemaal geen oog voor de uitvoering en is men veel te veel bezig met hijgerige incidentenpolitiek. De term verwaarlozing valt zelfs, ook voor hoe departementen kijken naar de uitvoering. De kranten hebben de afgelopen tijd vol gestaan met frustraties van medewerkers van de Belastingdienst; zij zagen dingen aankomen, maar werden niet gehoord of hun bevindingen werden zelfs weggewoven. Waar ligt dan een begin van de oplossing? Wat zou de inhoud en het werken bij de uitvoering kunnen verbeteren?
Meer luisteren naar de professionals
Naar mijn idee ligt het begin van de oplossing in een paar dingen die de commissie ook benoemde. Betrek mensen met kennis van de uitvoering bij het maken van beleid. Haal de muur tussen beleid en uitvoering weg en zorg dat professionals kunnen aangeven wat wel en niet werkt. Daarnaast is het absoluut noodzakelijk om beleid te evalueren en monitoren (bereiken we ermee wat we willen bereiken?) en aan de hand daarvan het beleid en de uitvoering bij te sturen. Dat vraagt er ook om dat we documenteren wat er gebeurt, zodat we ervan kunnen leren. Zo wordt de overheid een lerende organisatie die elke dag een beetje beter kan worden.
Voor de departementen en de Tweede Kamer betekent dit dat ze serieus aan de slag moeten met deze aanbevelingen. Dat ze moeten gaan luisteren naar de medewerkers bij de uitvoeringsorganisaties en gebruikmaken van hun kennis. En dat er voor die medewerkers een werkomgeving moet ontstaan waarin ze het zonder problemen durven aangeven als beleid niet uitvoerbaar blijkt. Waarin ze niet langer klem zitten tussen burgers en politiek.
Samenwerken voor de burger
Het gaat dus om een goede samenwerking tussen beleid en uitvoering. Zowel de politiek, de departementen, als de uitvoeringsorganisaties werken tenslotte voor het belang van de burger, en niet om de bewindslieden uit de wind te houden of weer wat nieuws te verzinnen als parlementariër. Het gaat ook om respect voor ieders competenties. Dat maakt het werken bij de overheid en de uitvoering echt leuker en meer betekenisvol voor professionals. En het is ook beter voor de burger.
De opdracht is kortom: samenwerken aan betekenisvol werk. Niet voor niets is dit het leidmotief van het CAOP. Dit lijkt me meer dan bruikbaar voor iedereen die werkt voor de samenleving.