Het SER-adviesrapport ‘Zekerheid voor mensen, een wendbare economie en herstel van de samenleving’ is begin juni gepresenteerd. Sociale partners adviseren politieke partijen in de kabinetsformatie om flexwerk te beperken. Met strikte regulatie van flexibele vormen van arbeidsovereenkomsten kunnen werkgevers het niet gebruiken om arbeidskosten te verlagen of arbeidsrechtelijke risico’s uit de weg te gaan, schrijft de SER. Daarom verdwijnen nulurencontracten en mogen uitzendkrachten slechts beperkt worden ingezet: alleen bij piekperiodes en bij ziekte en voor een periode van maximaal drie jaar. Naast het beperken van flexwerk, geldt het contract voor onbepaalde tijd als norm en moeten zzp’ers minimaal € 35 per uur verdienen. Ook krijgt iedere werkende een arbeidsongeschiktheidsverzekering en leerfaciliteiten.
Reactie commissie-Borstlap
Voor Hans Borstlap, voorzitter van de commissie Regulering van Werk die in 2020 advies uitbracht over hervorming van de arbeidsmarkt, is het rapport een ‘feest van herkenning’, meldt de NOS. Commissie-Borstlap deed voorstellen om een eind te maken aan de tweedeling tussen ‘flex’ en ‘vast’ op de arbeidsmarkt. ‘Er zijn grote sociale scheidslijnen te zien in de samenleving door het type contract dat iemand heeft’, zei Borstlap vorig jaar in onze webinar. ‘Mensen zonder standaard contract zijn over het algemeen ongezonder, slechter opgeleid en ze leven korter.’ Tegenover de NOS noemt Borstlap het daarom een ‘doorbraak’ dat de sociale partners zich nu inzetten om alle werkenden een gelijker speelveld te geven.
Hoe pakt het advies uit?
CAOP-adviseur Wilco Brinkman waardeert ook de inzet van sociale partners, al maakt hij meteen een kanttekening bij de inhoud van het advies. ‘Natuurlijk is het goed dat de SER een poging doet om de uitwassen van flexibele arbeidsrelaties te bestrijden. De onzekerheid die veel flexibel werk met zich meebrengt, kan werkenden belemmeren in hun ontwikkeling op veel terreinen, kan leiden tot stress en staat zelfs de maatschappelijke participatie in de weg. Aan de andere kant wordt in het advies wel heel erg de nadruk gelegd op het vaste arbeidscontract voor onbepaalde tijd als de meest wenselijk vorm. Dit zou voor werkgevers aantrekkelijk moeten worden door werknemers wendbaarder te maken op de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld door begeleiding van werk naar werk. Maar dit thema komt al jarenlang terug in adviezen van de SER en Stichting van de Arbeid. De vraag is daarom of het deze keer eindelijk gaat lukken om zo de vaste arbeidsrelatie voor werkgevers flexibel genoeg te maken.’
De rol van sociale partners
De hervorming van de arbeidsmarkt is een belangrijk thema bij de formatie van een nieuw kabinet. Met het principeakkoord flexwerk proberen de sociale partners zoveel mogelijk invloed uit te oefenen op die hervorming. Zij willen met een voorstel komen waar de politiek geen nee tegen kan zeggen. ‘De partijen die straks gaan formeren, kunnen dan naar buiten toe zeggen: kijk, er is draagvlak voor. Dat maakt het voor hen tot een hapklare brok’, aldus politiek verslaggever Gijs Herderscheê in de Volkskrant.
Wat Brinkman betreft had de rol die sociale partners voor zichzelf zien weggelegd, nog innovatiever mogen zijn. Zeker als het gaat om duurzame ontwikkeling van werkenden zouden sociale partners wat hem betreft meer verantwoordelijkheid kunnen nemen. ‘De O&O-fondsen zijn nu sterk sectoraal georganiseerd en dat is een belangrijk obstakel voor een soepele werking van de arbeidsmarkt. Dit punt wordt niet benoemd. Terwijl het juist de sociale partners zijn die hier verantwoordelijk voor zijn.’
CAOP-directeur arbeidsmarkt Patrick Banis is positief over het SER-advies, maar vindt ook dat er meer verantwoordelijkheid mag worden genomen voor de duurzame ontwikkeling van werkenden. In zijn blog van juni doet hij daar een voorstel voor.