Groot verwijst in zijn opiniestuk naar zijn bijdrage aan Nieuwsuur vijf jaar geleden en komt tot de conclusie dat er nog niet veel is veranderd sindsdien, behalve dat vijf jaar geleden in een grootschalige fraudezaak mensen veroordeeld werden. Dat is in de Toeslagenaffaire nog niet gebeurd. Hij vindt dat de journalistiek niet kritisch genoeg is: ‘De waarschuwingen van ambtenaren werden niet opgepikt en de journalistiek bood geen tegenwicht voor de scoringsdrift van politieke ambtsdragers. Integendeel: volop meeloeien met de roep om aftreden van bewindslieden. Kamerleden werden niet bevraagd over hun stemgedrag in de Bulgarenfraude, terwijl juist daar de kiem lag voor de ontsporende ‘opsporing’ van mogelijke fraudeurs.’
Wie neemt het voortouw?
Een oplossing is afhankelijk van wie het voortouw neemt. In de ogen van Groot is met name de journalistiek aan zet: ‘Aan het inherente kortetermijndenken van het politieke bedrijf kunnen we niet zoveel veranderen. Dat betekent dat de andere betrokken beroepsgroepen het voortouw moeten nemen. Kritische onderzoeksjournalistiek voorop: doorvragen en een beetje terugwijzen naar de vorige hype. Leer van de vluchtigheid van de waan van de dag en vraag: hoe zat dat ook alweer met die Bulgaren, wat heb je toen bepleit? Toen moest toch opeens elke frauduleuze euro terug?’
CAOP-adviseur Hans Groot is ook adviseur Steunpunt Integriteitsonderzoek Politieke Ambstdragers.