Voor zijn tweede observatie vraagt hij zich af of die ontwikkelingen erg zijn. ‘Die kleine partijen zullen extra hun best doen om op te vallen, maar tegelijkertijd hebben ze niet de capaciteit om stevig wetgevend werk te doen. En dat is een zorgelijke ontwikkeling.’ Hij haalt als voorbeeld de toeslagenaffaire aan: ‘De toeslagenaffaire liet zien dat wetgeving soms te snel en op basis van emotie wordt opgetuigd met weinig oog voor uitvoerbaarheid. Diensten en regelingen moeten sámen met potentiële eindgebruikers zo eenvoudig mogelijk worden vormgegeven en niet door hoogingeschaalde ambtenaren die zelf nooit gebruik zullen maken van die regelingen en diensten.’
Voor zijn derde observatie geeft Van der Wal aan wat volgens hem de opdracht is van het nieuwe kabinet. ‘Allereerst is het belangrijk dat de nieuwe regering de verleiding moet weerstaan van profileringsdrang en korte termijn focus. Dat heeft namelijk eerder geleid tot permanente reorganisaties, angstcultuur en afnemende beroepstrots bij uitvoeringsorganisaties.’ Hij sluit zijn pitch af met een slotwoord: ‘De taakstellende bezuinigingen die op een gegeven moment gaan komen, moeten slim worden ingestoken. En die moeten niet plaatsvinden in de zorg, het onderwijs of de veiligheid, waarvan het belang zich het afgelopen jaar wel weer heeft aangetoond. Maar wel bijvoorbeeld bij het afschalen van luxe huisvesting in overheidskringen nu het nieuwe werken definitief is gearriveerd. En nog veel meer gebruikmaken van nieuwe technologie, in ieder geval als deeloplossing voor bijvoorbeeld uitstroming door vergrijzing.’
Pitch Marc van der Meer: drie grote uitdagingen
Voordat Marc van der Meer drie grote uitdagingen benoemt waar het nieuwe kabinet voor staat, gaat hij kort in op de rol van de media. ‘Er is behoefte aan volledige openheid van informatie, ook in de sociale media. Dat is essentieel voor het politieke klimaat. In de publieke sector zijn er drie grote uitdagingen:
- Hoe gaan we om met ICT?
- Hoeveel ruimte bieden we professionals op de werkvloer om inspraak te hebben?
- Hoe maken we een lerend systeem, zodat we leren van goede ervaringen maar ook van wat niet goed gaat?
Dat brengt ons bij de kern van de opdracht om niet alleen de ambtelijke en de wettelijke bestuurlijke regels te bezien, maar ook de professionele normen die in het geding zijn. Dat is ook waar de studenten over spraken: in een wereld van digitalisering is meer real time-informatie nodig op school, op het werk en op allerlei vormen van publieke dienstverlening. Dat moet worden benut en verbeterd.’
Pitch Frits van der Meer: ‘Burgers zijn zelf ook schuldig’
‘Kiezers zijn niet meer trouw aan partijen en vormen hun eigen standpunt’, opent Frits van der Meer zijn pitch. ‘Dus die versplintering aan partijen is niet vreemd. Het is ook een manier voor kiezers om hun ongenoegen te tonen en nieuwe partijen te laten groeien. Wat wel een probleem is, is dat men heeft gestemd op de coronabestrijding. Affaires als de toeslagenaffaire hebben nauwelijks een rol gespeeld, maar dat komt simpelweg omdat de meeste mensen er de pijn niet van voelden en er geen last van hadden.’
Frits van der Meer gaat in zijn pitch in op de rol van de burger: ‘Er wordt veel gesproken over de samenleving en de burger. Maar wat is dat nou eigenlijk? Dé samenleving en dé burger bestaan niet. Er zijn verschillende groepen die op verschillende manieren bediend moeten worden. Neem bijvoorbeeld digitalisering. Dat is belangrijk voor de mensen die daarmee om kunnen gaan, maar digibeten en ouderen kunnen daar niet in mee. Vanuit de overheid wordt de ideale burger gecreëerd naar eigen beeld en gelijkenis. Daardoor missen mensen de boot. Probeer je daarom te verplaatsen naar de verschillende groepen en burgers die er zijn. Die vorm van dienstverlening is essentieel. Het valt me ook op dat er te weinig juridische kennis is bij partijen en er te weinig verantwoordelijkheid wordt genomen. Maar ik kijk ook naar de burgers. De burgers zijn ook schuldig. Zij kiezen de partijen tenslotte.’