Hoogleraren geven visie op herstel van vertrouwen tussen overheid en burger
10 juni 2021
De toeslagenaffaire, gaswinning, aanpak van de coronacrisis, Limburgse integriteitskwesties. Dergelijke gebeurtenissen zetten het vertrouwen tussen overheid en burger onder druk. Tijdens de eerste webinar in de vijfdelige reeks ‘Bouwen aan vertrouwen’ op 27 mei gaven vier hoogleraren hun visie op de pijnpunten en oplossingsrichtingen om het tanende vertrouwen te herstellen. Over simpeler wet- en regelgeving, het voorkomen van incidentenpolitiek en harder schreeuwen in de Kamer.
Van de Nederlanders heeft verreweg de meerderheid vertrouwen in de overheid en het ambtelijk apparaat. Meer dan in menig ander land. Is er dan wel een probleem, vraagt Frits van der Meer zich af. De hoogleraar bekleedt de leerstoel Comparative public sector & civil service reform. Hij bijt het spits af met een korte en daarna langere pitch waarop de drie andere hoogleraren reageren. Er is wel degelijk een probleem, antwoordt Van der Meer zichzelf, want een kleiner maar nog steeds substantieel deel heeft dus minder vertrouwen in de overheid en het ambtelijk apparaat. ‘Je moet dieper kijken.’
Wel of geen vertrouwen hebben hangt volgens hem samen met iemands zelfstandigheid, arbeidspositie en vooral opleidingsniveau. ‘Dan kom je bij bureaucratische competentie, geletterdheid. Weet je hoe je de overheid benadert, ken je de spelregels? Zo niet, dan kun je in de problemen komen, zeker als je iets van de overheid moet krijgen.’ Zichtbaarheid en toegankelijkheid van de overheid zijn sterk afgenomen door onder meer bezuinigingen en een bovenmatig geloof in ICT. Daarom moet ze de menselijke maat terugbrengen en meer haar gezicht vertonen. ‘Ga ervan uit dat verschillende groepen burgers verschillende noden en behoeften hebben en houd daar rekening mee in de uitvoering.’
Inderdaad moet je scherp analyseren, onder de oppervlakte kijken en weten wat er speelt, beaamt Marc van der Meer van de leerstoel Onderwijsarbeidsmarkt. Ook Zeger van der Wal, hoogleraar op de Ien Dales Leerstoel, vindt veel dienstverlening moeilijk toegankelijk. ‘Sommige organisaties zijn misschien zelfs anti-dienstverlenend richting de burger. Dat komt door een gebrek aan pragmatisme bij de uitvoering van beleid.’ ‘Misschien’, zegt Jaap Uijlenbroek van de Albeda Leerstoel, ‘wekken we als overheid teveel de verwachting dat we alle individuele gevallen kunnen bedienen in hun eigen problematiek.’ Hij pleit daarom voor ‘grofmaziger’ wet- en regelgeving.
‘Het tanende vertrouwen gaat verder dan de politiek. Ook de pastoor, huisarts, docent en politieagent zijn van hun voetstuk gevallen.’
Jaap Uijlenbroek, hoogleraar Albeda Leerstoel
Gezagsturbulentie
Afnemend vertrouwen in de overheid blijkt niet uit onderzoek, stelt Van der Wal in zijn pitch. Hij heeft zich geërgerd aan de recente politieke debatten erover. ‘Teveel over personen en te simplistisch. Bij verkiezingen krijgen nieuwe partijen/bewegingen juist heel veel vertrouwen. Nee, er is iets fundamentelers aan de hand: vertrouwen, gezag, het wisselt te snel van eigenaar.’ Hij duidt dat met de term ‘gezagsturbulentie’. ‘Ik doel daarmee op het einde van traditionele ideologieën, een steeds ontrouwer electoraat, nieuwe partijen die snel groeien maar even snel weer kunnen verdwijnen en een sterkere focus op single issues en directe behoeftebevrediging.’
Gezag voor instituties en overheidsorganen is niet meer vanzelfsprekend, maar moet 24/7 verdiend worden met goede prestaties. En dat valt niet mee als parlementen minder zeggenschap hebben over onderwerpen die ertoe doen, omdat de macht verschuift naar Brussel en niet-democratische organen als de Wereldhandelsorganisatie. ‘Over de kleine overblijvende thema’s wordt dan nationaal harder geschreeuwd. Populisme en extremisme worden zo grotendeels voor de bühne.’
Van hun voetstuk gevallen
Gezagsturbulentie is een gevolg van op elkaar ingrijpende factoren als onze zeer pluriforme samenleving, internationalisering en de erosie in politiek en maatschappelijk middenveld, reageert Marc van der Meer. ‘Partijen als de vakbeweging en werkgevers zijn zeker niet stabiel.’ ‘Het gaat verder dan politiek’, meent Uijlenbroek. ‘Ook de pastoor, huisarts, docent en politieagent zijn van hun voetstuk gevallen.’ En ondanks het vele Europese beleid heeft het parlement in zijn analyse nog steeds ruimte om eigen beleid te maken. Bijvoorbeeld voor de woningmarkt, flexibiliteit op de arbeidsmarkt, kansenongelijkheid in het onderwijs. Hoe het ook zij, zegt Frits van der Meer, feit is dat de burger weer veel van de nationale overheid verwacht. ‘Maar kun je op basis daarvan bestuur inrichten? Voor je het weet kom je in een continu stromingsveld terecht.’
Interview met wethouder Bruines van gemeente Den Haag
Voor afwisseling zorgen een video en vier stellingen. In de video interviewt Frénk van der Linden de Haagse wethouder Saskia Bruines over het herstel van vertrouwen in de overheid en hoe de gemeente met haar inwoners in gesprek blijft. Bruines zou graag meer beleid maken dat geïnspireerd is op de uitvoering. Bekijk hieronder het gehele interview.
Met de stellingen kunnen de webinarkijkers het eens of oneens zijn. Zo blijkt 70% het eens met: ‘We moeten af van incidentenpolitiek. Dat zou het vertrouwen in de politiek ten goede komen.’ Voor meer verdeeldheid zorgt: ‘Wet- en regelgeving moet simpeler en in samenspraak met de burger tot stand komen voor het herstel van vertrouwen.’ Hiermee is 50% het oneens en 30% eens.
Systeemwijziging nodig
Als iets afbreuk doet aan vertrouwen is het onzekerheid over de toekomst, in de visie van Jaap Uijlenbroek. En juist daarmee wordt de burger nu geconfronteerd door de pandemie, minder werkzekerheid, klimaatverandering, de toenemende ongelijkheid in de samenleving. Daarbij komen we uit een tijd van de zelfredzame burger en wet- en regelgeving die daarop is afgestemd, denk aan de vergaande digitalisering. Maar inmiddels is het besef gegroeid dat niet iedereen even zelfredzaam is. Bovendien is de publieke dienstverlening uitgehold door taakstellingen van diverse kabinetten, raken beleidsterreinen steeds meer met elkaar verweven en is wet- en regelgeving zo complex dat deze voor veel burgers onnavolgbaar is. ‘Er is een grote systeemwijziging nodig. Dus niet proberen problemen via maatwerk in de uitvoering op te lossen, maar wetgevingscomplexen fundamenteel en in samenhang transformeren.’
‘Maatwerk vergt van ambtenaren dat zij veel discretie gaan toepassen op individuele gevallen. Dat kan tot problemen later leiden, hebben we in recente affaires gezien.’
Zeger van der Wal, hoogleraar Ien Dales Leerstoel
(Geen) maatwerk
Maatwerk leidt tot een enorme regeldichtheid, vult Frits van der Meer aan. Marc van der Meer is voorstander van begrijpelijker regelgeving waarbinnen de professional speelruimte heeft om te kunnen handelen. ‘Het handelingsvermogen systematisch versterken, daarin heeft de overheid een grote rol te spelen. Door dat uit te dragen, kennisontwikkeling erover te stimuleren en het governancemodel aan te passen.’ Van der Wal waarschuwt voor het creëren van rechtsongelijkheid. ‘Maatwerk vergt van ambtenaren, zeker van de streetlevelvariant, dat zij veel discretie gaan toepassen op individuele gevallen. Dat kan tot problemen later leiden, hebben we in recente affaires gezien.’
Uitdagingen publieke dienstverlening
‘Voor herstel van vertrouwen moeten we vooral kijken naar de kwaliteit van de publieke dienstverlening’, pitcht Marc van der Meer. Uit onderzoek naar uitvoeringsorganisaties waarbij hij betrokken was, kwamen diverse uitdagingen naar voren: de omgang met ICT is in 20% van de gevallen moeizaam, ambtenaren hebben te weinig beleidsruimte voor zelfsturing en een leven lang ontwikkelen is minder tot stand gekomen dan wenselijk. ‘Om voorbij een systeem van dienstverlening te komen dat de nadruk legt op regelgeving en controle/verantwoording, moet empowerment centraal staan, zodat mensen gemotiveerd hun werk doen.’ De hoogleraar Onderwijsarbeidsmarkt haalt de titel van zijn oratie uit 2014 aan − ‘Vakmanschap en bewust vertrouwen’ − en koppelt dat aan een systeem dat ruimte geeft om te leren van ontwikkelingen die gaande zijn. ‘Dat is de toekomst voor de overheid, denk ik.’ Tot slot citeert hij schrijver Geert Mak: ‘Wie durft te vertrouwen verwerft gezag. Wie gezag heeft krijgt vertrouwen.’
Macro- en microniveau
Het begrip ‘vertrouwen’ zou op macroniveau anders ingevuld en uitgewerkt moeten worden dan op microniveau, voegt Uijlenbroek toe. ‘Je moet wetgeving maken op basis van vertrouwen, niet wantrouwen. Alleen, als de ambtenaar individuele burgers teveel vanuit vertrouwen benadert en het gaat een keer fout, staat die als het tegenzit voor de rechter − zie de jeugdzorg. Voor de spanning tussen macro- en microniveau en wat te doen als het fout gaat, hebben we nog geen omgangsvormen.’ Van der Wal raadt aan om meer te kijken naar de inzichten uit design thinking. ‘Beleid en diensten minder vormgeven vanachter de tekentafel en meer vanuit en met de gebruiker. Daar worden ook veel ambtenaren enthousiast van.’
Oplossingsrichtingen in één zin
‘Wil je vertrouwen en gezag herstellen, dan moet je …’ Gespreksleider Marianne van den Anker vraagt van de hoogleraren een oplossingsrichting in één zin. ‘… meer redeneren vanuit de maatschappelijke opgave’, zegt Jaap Uijlenbroek. ’… investeren in meer tweerichtingsverkeer tussen overheid en burger’, vindt Frits van der Meer. Zeger van der Wal: ‘… vaker kijken naar best practices in het buitenland.’ Marc van der Meer herhaalt de uitspraak van Geert Mak. Dat het een urgent probleem betreft, lijdt geen twijfel. Van der Wal: ‘Zonder basaal vertrouwen en een overheid die met gezag wil opereren, kom je ook niet verder in al die andere dossiers.’
Lees de visies van de hoogleraren terug
De vier hoogleraren hebben hun visie samengevat in een paper. Download de paper gratis met onderstaande knop.