Volgens de ondertekenaars van de brief heeft duurzame verankering van integriteit jarenlang onvoldoende op de politieke agenda gestaan. Symptomatisch is dat het openbaar bestuur onverminderd vaak geconfronteerd wordt met integriteitsschendingen. Dit ondermijnt de kwaliteit van de dienstverlening en het vertrouwen in de overheid.
Waarom juist nu een nieuwe aanpak nodig en mogelijk is
In de verkiezingscampagne en in het formatieproces is gebleken dat er behoefte is aan een andere bestuurscultuur, met meer transparantie, tegenspraak en ruimte voor ambtelijk vakmanschap. Tegelijkertijd dwingen gebeurtenissen als de toeslagenaffaire en beleidswijzigingen op het gebied van integriteit tot reflectie en verandering. Daarom is het volgens de ondertekenaars van de brandbrief juist nú van cruciaal belang dat de verankering van integriteit een duidelijke plek en nadere uitwerking krijgt in het nieuwe regeerprogramma.
‘Huidige aanpak integriteit voldoet niet’
De huidige aanpak van integriteitsvraagstukken is te veel versnipperd, stellen de briefschrijvers, en het integriteitssysteem functioneert niet goed door constructiefouten. Ook schiet de aanpak vaak tekort door een gebrekkige uitvoering, te weinig ruimte, tijd en middelen, en een overmatige focus op het individuele gedrag van personen. Hierdoor worden signalen en alarmbellen vaak te lang genegeerd en blijft de aandacht voor integriteit bij de overheid passief en reactief, tot het écht misgaat.
Wat is nodig om integriteit beter te verankeren?
In de brandbrief roepen de integriteitsexperts op tot een proactieve, systematische en integrale aanpak van integriteitsvraagstukken. Daarvoor doen ze de volgende suggesties:
- Zorg voor een ontwerpgerichte benadering van integriteitsbeleid.
- Investeer in leiderschapsontwikkeling om integriteitsbeleid te borgen en implementeren.
- Organiseer, waardeer en borg een cultuur van tegenspraak en vertrouwen. Een veilige cultuur waarin klokkenluiders bescherming en psychosociale ondersteuning ontvangen.
- Omarm kritische geluiden op institutioneel niveau.
- Zorg voor volwaardige naleving van de Europese normen op het gebied van integriteit en veranker deze in de nationale wetgeving.
- Herijk de politiek-ambtelijke verhoudingen. Ga het gesprek aan over de samenwerking tussen politiek en ambtenaren, het verschil in rollen en rolopvattingen. Dat vergroot de veiligheid, het wederzijds begrip en onderling vertrouwen; het bevordert tegenspraak en gaat oneigenlijke beïnvloeding tegen.
Ondertekenaars
Het Netwerk Goed Besturen heeft initiatief genomen voor de brandbrief. Dit is een netwerk voor kennisuitwisseling op het gebied van kwaliteit en integriteit van besturen. Prof. dr. Zeger van der Wal, bijzonder hoogleraar aan de Ien Dales Leerstoel van het CAOP en de Universiteit Leiden, is een van de voorzitters van het netwerk. De brief is ook ondertekend door dertig vooraanstaande professionals met betrokkenheid, kennis en ervaring op het gebied van integriteit. Zoals Frank Kerckhaert, voorzitter van de door het CAOP ondersteunde Integriteitscommissie JenV, en Angelien Eijsink, voorzitter van de door het CAOP ondersteunde integriteitscommissie voor het ministerie van Financiën én voorzitter van de Raad van Toezicht van het CAOP. Namens het CAOP is de brief verder ondertekend door directeur-bestuurder Philip Geelkerken en Hans Groot, projectmanager bij het Steunpunt Integriteitonderzoek Politieke Ambtsdragers.