Een greep uit de initiatieven die in de begroting van OCW staan:
Seizoensscholen
Scholen en onderwijsinstellingen kunnen tijdens het huidige schooljaar geld inzetten om extra leerprogramma’s te starten naast de reguliere onderwijstijd. Denk bijvoorbeeld aan zomerscholen, herfstscholen of verlengde schooltijd.
Vroeg- en voorschoolse educatie
Er zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor het versterken van de vroeg- en voorschoolse educatie. Het aanbod voor kinderen met een risico op achterstand kan hiermee worden uitgebreid. Per 1 augustus 2020 was al het aantal uren voorschoolse educatie verhoogd, maar in 2021 is dit ook beschikbaar voor alle gemeenten en aanbieders. Er zijn ook extra middelen ingezet om peuters die door de coronamaatregelen geen gebruik hebben kunnen maken van de voorschoolse educatie, extra aanbod te bieden om leerachterstanden in te lopen.
Subsidieregeling Doorstroomprogramma’s po-vo
Om leerlingen met een risico op achterstand te begeleiden van hun stap van het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs, is de subsidieregeling Doorstroomprogramma’s po-vo verlengd. Hiermee wordt de overstap voor leerlingen versoepeld. Scholen mogen zelf bepalen hoe de doorstroomprogramma’s worden ingericht, zolang het maar gericht is op kennis, vaardigheden en randvoorwaarden die bij de overstap van de ene naar de andere sector van belang zijn. Er moet in het programma ook aandacht zijn voor de omgevingsfactoren en de thuissituatie.
Mbo-studentenfonds en mbo-verklaring
In de mbo-sector wordt er meer ingezet op kansengelijkheid. Omdat sommige studenten in deze sector kwestbaarder zijn andere studenten, ontstaat er een grotere kans op vertraging en uitval. In 2021 treden daarom het mbo-studentenfonds en de mbo-verklaring in werking. Mbo-instellingen moeten een studentenfonds instellen, waarmee zij studenten financieel kunnen ondersteunen die studievertraging oplopen als gevolg van bijvoorbeeld ziekte, zwangerschap of handicap.
Studenten die toch uitvallen, kunnen eventueel gebruikmaken van de mbo-verklaring. In de verklaring staat welke vakken de student wél gevolgd en gehaald heeft om zo toch de arbeidsmarkt op te kunnen met een ‘papiertje’.
Daarnaast moeten er meer stageplaatsen en leerwerkbanen worden gecreëerd. Met een speciaal offensief wil het kabinet de beschikbaarheid van stageplekken voor studenten stimuleren en onderwijsinstelling krijgen meer mogelijkheden om vervangende praktijkopdrachten of stageactiviteiten aan te bieden.
Terugdringen lerarentekort ook belangrijk
Naast de financiële injectie in de sector om leerachterstanden en studievertraging aan te pakken, trekt het kabinet ook extra middelen uit om het lerarentekort in het primair en voortgezet onderwijs terug te dringen. Aanvullend op het convenant ‘aanpak lerarentekort’, waar eerder al afspraken over zijn gemaakt over investeringen in opleiding en behoud, en aanpak van de werkdruk, wordt vanaf 2021 structureel € 32 miljoen extra uitgetrokken voor de aanpak van het lerarentekort. Het accent ligt hierbij op de aanpak van het lerarentekort in de vijf grote steden: Rotterdam, Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Almere.