Hoop
Laten we beginnen met het woord ‘hoop’. Dit betekent volgens Wikipedia ‘een gedurige verwachting dat een onzekere uitkomst gunstig zal blijken’. Het kan passief zijn, maar ook actief door met persoonlijke inspanningen de kans op de gewenste uitkomst te vergroten. Dat komt goed uit zou je zeggen: we moeten dus allemaal aan de bak om te zorgen dat we onze welvaart behouden en ons welzijn vergroten.
Dat vraagt om een overheid die ons meeneemt, zorgen serieus neemt en koers houdt op de uitkomst. De afgelopen jaren hebben we veel gepraat en onderzoek gedaan over bijvoorbeeld tekorten op de arbeidsmarkt, het versterken van de positie van zzp’ers en flexwerkers en het belang van het betrekken van werknemers bij (technologische) veranderingen. Dat weten we allemaal en dus is het tijd voor actie. Wat is dan de stip op de horizon voor de arbeidsmarkt van morgen of de publieke sector in 2040? Daar is het hoofdlijnenakkoord niet echt helder over, maar gelukkig wordt het nog uitgewerkt de komende maanden. Werk aan de winkel dus voor een nieuw kabinet. We kunnen hoop houden als we weten wat de gewenste uitkomst is en kijken hoe onze persoonlijke inspanningen gefaciliteerd worden.
Lef
Lef betekent dat je iets durft, het gaat over moed of bravoure. Je bent nergens bang voor als je veel lef hebt. Dat is opvallend in een tijd waar angst regeert en velen bang zijn om welvaart, banen en positie te verliezen. Er wordt dan al gauw gekeken naar een zondebok, bijvoorbeeld migranten en asielzoekers die onze banen zouden inpikken. We weten dat uit het onderzoek van de staatscommissie demografie dat dit niet klopt: we hebben mensen nodig voor banen die we zelf niet willen en door de vergrijzing. Lef betekent ook dat je als samenleving initiatieven toejuicht om problemen op een andere manier op te lossen. Voor de arbeidsmarkt zou het een zegen zijn als het nieuwe kabinet veel van de ideeën niet gelijk in wetgeving giet, maar eerst bekijkt wat werkt en ruimte biedt voor experimenten. Het kan zijn dat er dan ook zaken mislukken, vaak leer je daar nog het meeste van. Lef betekent ruimte geven en niet alles willen dichttimmeren met regels.
Trots
Trots staat voor eergevoel of nationale trots, maar kan ook met ijdelheid of hoogmoed gepaard gaan. Denk aan Balkenende, die het had over trots in de zin van een beetje meer VOC-mentaliteit die we wel mochten hebben in Nederland. Dat zal hij nu niet meer zo snel zeggen, gezien de discussie over kolonialisme nu. We mogen best trots zijn dat we in een land wonen dat altijd in de top 10 staat van lijstjes waar je in wil staan, zoals gezondheid, welvaart, gelukkige kinderen, etc. In dat perspectief is het dus best raar dat er veel chagrijn in ons land is. Om te zorgen dat trots niet doorslaat in ijdelheid, zou het wel goed zijn als het nieuwe kabinet zorgt voor een eerlijke verdeling van middelen en dat het zich bewust is van het dunne koord tussen trots en hoogmoed.
Kortom, het is een uitdagend motto en vraagt om uitwerking van onze nieuwe ministersploeg. Ik hoop dat zij het lef hebben om met veel trots aan de slag te kunnen gaan voor meer samenhang, een sterke publieke sector en een arbeidsmarkt die klaar is voor morgen. Ik mis het nog wel in het hoofdlijnenakkoord, maar laten we vooral even wachten op de uitwerking van de plannen.
Lees ook de vorige blog van Patrick Banis: ‘Waarom leven de Europese Verkiezingen eigenlijk niet in Nederland?’