In deze blog verken ik de veranderingen op de arbeidsmarkt vanuit vier A’s die de kwaliteit van werk (of arbeid) typeren: arbeidsinhoud, arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden en arbeidsverhoudingen. Deze vier A’s vormen ook de kern van de strategische kennisagenda van het CAOP.
Arbeidsmarkt in shock
Voor we naar de vier A’s gaan eerst een algemeen beeld van de arbeidsmarkt. De vraag naar werk is onder invloed van de crisismaatregelen zowel kwantitatief als kwalitatief ingrijpend veranderd. Het lijkt niet overdreven om te stellen dat de arbeidsmarkt in shock verkeert.
Hoeveel mensen er van de ene op de andere dag thuis zijn gaan werken, blijft gissen, maar waarschijnlijk zijn het er miljoenen. Veel werkprocessen zijn stilgevallen (luchtvaart, reisbranche), stilgelegd (horeca, entertainment, kappers en overige contactberoepen) of worden anders georganiseerd (onderwijs en veel kantoorwerk). De hoeveelheid werk en het aantal daarvoor benodigde werknemers is in veel sectoren sterk gedaald, de medische zorg als grote uitzondering. De inzet van buitenlandse arbeidskrachten, zoals in de landbouw gebruikelijk is geworden, is vanwege reisbeperkingen ineens niet meer vanzelfsprekend. Ook niet als last resort om de personeelstekorten in tekortsectoren te verlichten.
Vooralsnog nemen we aan dat een groot deel van deze gevolgen en veranderingen tijdelijk is. Tegelijkertijd is de huidige situatie ook een groot natuurlijk experiment dat – na de eerste onzekere stappen – waardevolle ervaringen en inzichten kan opleveren over het nieuwe werken: digitaal, audiovisueel en op afstand. In hoeverre kunnen deze ervaringen ons leren om op een andere manier met personeelstekorten om te gaan, bijvoorbeeld in het onderwijs? Het blijkt nu dat onderwijs ook op afstand goed te organiseren valt, natuurlijk niet voltijds, maar wellicht wel op een gestructureerde en doordachte wijze in deeltijd. Vanuit het CAOP zijn we druk bezig om deze ontwikkelingen te monitoren en kennisdeling hierover te organiseren.
(Tekst gaat verder onder de foto)
1. Arbeidsinhoud wijzigt
Dan nu de verkenning vanuit de vier A’s, te beginnen bij de arbeidsinhoud of werkinhoud. Daarbij gaat het om het takenpakket, de manier waarop het werk wordt georganiseerd (aansturing en ‘governance’ van de organisatie) en de vaardigheden en competenties die werkenden moeten hebben om hun werk goed te kunnen uitvoeren.
De meeste mensen die aan het werk kunnen blijven, zullen inhoudelijk nog steeds hetzelfde werk doen. Dit zal vooral gelden voor mensen met bureauwerk. De game changer is vooral de locatie én daarmee de manier waarop zij hun werk momenteel uitvoeren. Afstandswerken is ineens geen vrijwillige keuze meer, maar een fact of life. De standaard telefoontjes en telefonische groepsvergaderingen zijn uitgebreid met uiteenlopende varianten van conference calling en video conferencing waaraan grote groepen deelnemen. Innovatie is van kostenpost ineens een noodzakelijke investering voor ons nieuwe businessmodel geworden.
2. Arbeidsomstandigheden onder druk
Naast de inhoud en inrichting van het werk zijn ook de omstandigheden waaronder mensen functioneren en werken belangrijk. Voorbeelden hiervan zijn de (sociale en fysieke) veiligheid op het werk, een ergonomisch verantwoorde werkplek, betrokken collega’s en een stimulerende werk- en leeromgeving. Deze arbeidsomstandigheden zijn nu minder vanzelfsprekend. Veel werk gebeurt op dit moment aan de keukentafel, met collega’s op afstand. Je kunt niet even naar hen toe lopen voor een praatje of informeel overleg.
Werk draagt bij aan onze persoonlijke ontwikkeling, biedt ritme en structuur en sociale contacten. Werk is in meerdere opzichten betekenisvol: voor onszelf (we doen waar we goed in zijn), voor klanten en doelgroepen (we willen nuttig zijn voor de ander), maar ook in interactie met collega’s (het werk als gemeenschap). Het vraagt een omschakeling om ook op afstand betekenisvol te kunnen samenwerken. Daarbij kan de noodgedwongen nieuwe werkwijze zorgen voor extra werkstress, omdat het nieuwe werken op een andere manier een beroep doet op onze competenties, zowel technisch, communicatief als sociaal.
3. Arbeidsverhoudingen veranderen
Over de arbeidsverhoudingen tussen werkgever en werknemer is de afgelopen maanden veel geschreven en gedebatteerd. De commissie Regulering van werk (onder leiding van Hans Borstlap) heeft in haar eindrapport recent aandacht gevraagd voor meer duurzame arbeidsrelaties, waarin wendbaarheid, duidelijkheid, weerbaarheid en wederkerigheid leidende principes zijn. Met de huidige crisis is eens te meer duidelijk geworden dat vooral flexwerkers een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt vormen. Zij komen meestal als eerste buiten de poort te staan. Dat geldt vooralsnog niet voor flexwerkers in de zorg. Sterker nog: het zou mij niets verbazen als de grote behoefte aan extra zorgpersoneel ertoe leidt dat het aantal zzp’ers en andere flexkrachten bij ziekenhuizen snel verder is gestegen.
Uit recent onderzoek van het CAOP naar flexwerk in de zorg blijkt dat flexwerk vaak ten onrechte negatief wordt geframed, terwijl het in de praktijk vaak juist een oplossing biedt voor problemen rondom continuïteit en kwaliteit van zorg. Daarnaast blijkt zzp-schap een uitweg voor mensen die niet meer in loondienst willen of kunnen werken. Maar ook voor hen moet er aandacht blijven voor wendbaarheid. Of de huidige coronacrisis de discussie over de flexibele schil een extra impuls geeft, zal moeten blijken.
4. Arbeidsvoorwaarden onder druk
Arbeidsvoorwaarden (zoals salaris en vakantiedagen) blijven vooralsnog overeind, al is dat in veel gevallen dankzij een historisch ongekend pakket aan financiële steunmaatregelen van de overheid. Wel komen de arbeidsvoorwaarden meer onder druk te staan. Veel werkgevers verwachten in deze tijd meer flexibiliteit van hun werknemers. Hier en daar doen ze ook een beroep op werknemers met minder werk, om hun vakantiedagen aan te spreken, zodat zij straks na de crisis weer volop productief kunnen werken.
De salarissen, die juist in een opwaartse beweging zaten de afgelopen tijd, zullen onherroepelijk onder druk komen te staan, zowel in de marktsector als in de publieke sector. Zeker nu het CPB een recessie voorziet. Tegelijkertijd is met deze crisis ook duidelijk geworden hoe belangrijk de cruciale beroepen zijn voor onze samenleving, een belang dat blijkens de vele protesten in de afgelopen periode niet altijd op voldoende waarde is geschat. Na de crisis zal duidelijk worden of dit ook gaat leiden tot betere arbeidsvoorwaarden voor deze beroepen.
Voorbereid op de toekomst
Op elk van de 4 A’s doen zich onder druk van de coronacrisis dus serieuze veranderingen voor waaruit we lessen kunnen trekken voor de toekomst. Het is zaak daar nu al op te anticiperen. De meeste werkenden verlangen waarschijnlijk naar een tijd waarin alles weer ‘normaal’ is. Business as usual. Hoe begrijpelijk ook, laten we nu al nadenken over hoe we straks ons werk willen organiseren en inrichten. Het CAOP is daar al mee bezig. We ontwikkelen een methode waarmee we samen met de stakeholders in het veld in kaart brengen wat er speelt, wat hiervan de impact is op het werk en welke elementen het waard zijn om te borgen. Want hoe ernstig deze crisis ook is, het is waardevol de goede ervaringen eruit vast te houden voor de toekomst.
Ruud van der Aa, hoofd onderzoek en kennis bij het CAOP