In het coalitieakkoord en de Werkagenda ‘Samen voor het beste onderwijs’ is de afspraak gemaakt om een brede consultatie te houden over de rollen en verantwoordelijkheden in en om de school. Van november 2022 tot april 2023 hebben het CAOP, Regioplan en Leeuwendaal onderzocht in hoeverre de huidige rollen en verantwoordelijkheden werkbaar en toekomstbestendig zijn. Het onderzoek bestond uit deskresearch, 76 groepsgesprekken en een werkconferentie. Heel veel betrokkenen hebben meegedaan aan de brede gesprekken, onder meer leerlingen, ouders, (g)mr–leden uit verschillende geledingen, onderwijspersoneel, schoolleiders, schoolbestuurders, intern toezichthouders, belangenbehartigers en vertegenwoordigers van samenwerkingsverbanden en gemeenten.
Vijf thema’s
Binnen het ‘Breed gesprek governance en (mede)medezeggenschap’ zijn de volgende vijf thema’s onderscheiden:
- governance (structuur) van schoolorganisaties
- versterken zeggenschap
- investeringen naar de klas
- rol en positie van de schoolleider
- verantwoording
Hieronder lees je per thema de belangrijkste bevindingen uit het onderzoek.
Governancestructuur en medezeggenschap
De huidige governancestructuur kan als werkbaar worden beschouwd. Aan grote wijzigingen in de structuur van de (mede)zeggenschap bestaat geen behoefte. Die werkbaarheid kan evenwel worden versterkt door aandacht te (blijven) schenken aan de organisatiecultuur van de medezeggenschap, in het bijzonder door middel van het goede gesprek en de kennis en vaardigheid waarover betrokkenen dienen te beschikken.
Versterken van de (mede)zeggenschap
De werkbaarheid van medezeggenschap kan worden versterkt door het belang van medezeggenschap te blijven communiceren, vooral ook voor nieuwkomers in de school, en te zorgen voor een goede informatievoorziening, facilitering en kwalificering van de mr-leden. Wederzijds vertrouwen vormt een basisvoorwaarde.
Ervaringen van betrokkenen
De systematiek van meer middelen naar de klas is werkbaar, hoewel het draagvlak niet bij iedereen en onder alle geledingen even groot is. Mr-leden wijzen vooral op meer betrokkenheid en draagvlak voor de keuzes die worden gemaakt. Bestuursleden zien risico’s in financial control en mogelijke spanning tussen de keuzes van het team en het brede belang van de school of het bestuur.
Rol en positie van de schoolleider
Met name vanuit schoolleiders zelf is er behoefte aan een betere positionering. Er zijn verschillende routes mogelijk: een juridische route, een vertrouwensroute of een alternatieve route, in de vorm van afspraken in het managementstatuut. Er is nader onderzoek nodig om te komen tot een gedegen afweging over de positie van de schoolleider.
Begrotings- en verantwoordingscyclus
De huidige begrotingssystematiek en taakverdeling tussen bestuur en schoolleiding is werkbaar. De mate waarin dit tot administratieve lasten leidt verschilt per schoolbestuur en wordt mede bepaald door ondersteuning van het stafbureau. Punt van aandacht vormen de tijdelijke subsidieregelingen, die vaak wel tot extra verantwoordingslast leiden.
Algemene conclusie en aanbevelingen
De huidige governancestructuur en (mede)zeggenschapsverhoudingen in het primair en voortgezet onderwijs functioneren zoals bedoeld. Aan grote wijzigingen in de structuur van de (mede)zeggenschap bestaat in het po en vo geen behoefte. Wel komen er uit het onderzoek aanbevelingen voor verbeterpunten. Deze zijn als volgt samen te vatten:
- Verbeter de kennis en informatie over inhoud en proces van medezeggenschap.
- Vergroot de deelname en betrokkenheid, door zowel inhoudelijk als randvoorwaardelijk de medezeggenschap aantrekkelijker te maken.
- Versterk de positie van de schoolleider. Hiervoor is een nadere verkenning nodig waarbij de mogelijkheden (routes) en wensen om schoolleiders te versterken worden afgewogen, samen met de voor- en nadelen.
Wil je alle conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek inzien?