Mensgerichtheid wint vertrouwen in overheid terug
Zodra mensen zich in de uitwerking van het beleid niet meer herkennen, zullen ze weglopen van het systeem. Caspar van den Berg is naast hoogleraar ook lid van de Eerste Kamer waarin hij het perspectief van de gevestigden versus de buitenstaander belicht bij de behandeling van wetsvoorstellen. ‘Uiteindelijk moet het beleid mensgerichter zijn, wil je het vertrouwen van mensen in de overheid terugwinnen.’ Aan de andere kant leven we in een heel complexe samenleving, meent Christensen. Los van de noodzaak tot meer participatie, kan modern bestuur niet zonder expertise. ‘Daarom is het belangrijk dat we de relatie tussen expertise en politiek in goede banen leiden.’
Kloof tussen beleidsmakers en wetenschappers
Het belang van expertise als input voor beleid is dan ook het centrale thema van het eerste blok van dit webinar. Hoe complexer de samenleving, hoe complexer de kennis die we nodig hebben voor het maken van beleid, stelt Wille, die zich zorgen zegt te maken over een kloof tussen beleidsmakers en wetenschappers. ‘Ik zie een ijzeren ring rondom beleidsmakers van kennismakelaars, onderzoeksinstituten, denktanks, kennisinstituten, adviseurs et cetera.’ Politici hebben volgens de hoogleraar de neiging zich achter kennis te verschuilen, maar de selectie van die kennis is selectief. Daarnaast worden in de belangenafweging de ervaringsdeskundigen weggedrukt. Dat resulteert in besluitvorming die steeds minder herkenbaar wordt voor een grote groep. Op de eerste peiling ‘Het politiek vertrouwen brokkelt af door het stelselmatig wegduiken van politici achter de rug van de wetenschap’ is 91,7% van de kijkers het dan ook eens.
Diplomademocratie
Het idee om wetenschappelijke kennis en rationaliteit in beleid centraal te zetten, kenmerkt vanaf de Tweede Wereldoorlog het beleidsproces. Ook de samenleving is voor een deel verwetenschappelijkt, omdat een steeds groter deel van de bevolking toegang heeft gekregen tot hoger onderwijs. Daarnaast ziet Van den Berg dat sinds de jaren 80 het beleidsproces niet alleen is verwetenschappelijkt, maar ook meer extern is gegaan. ‘Er is sindsdien een focusverschuiving binnen het ambtelijk apparaat van beleidskennis naar managementvaardigheden en een politiek-strategische mindset. Daardoor is kennis minder ingebed in de ambtelijke organisatie en is de rol van deskundigen die buiten de traditionele verantwoordingsstructuur staan, groter geworden.’ Een reden dat burgers afhaken van het politieke proces is wantrouwen in dat politieke proces. Wille en Bovens noemen het een diplomademocratie, waarbij bestuurders geen verbinding meer hebben met de directe leefervaring van mensen die minder hoogopgeleid zijn. ‘Door gebrek aan kennis hebben bestuurders moeite om de verbinding weer te herstellen.’ Op de tweede peiling ‘Afgehaakt Nederland heeft rationele en legitieme redenen om de overheid minder te vertrouwen’ is maar liefst 100% van de kijkers het dan ook eens.
Politisering van beleid en expertise
Christensen is het niet helemaal eens dat de vertrouwenscrisis in de politiek te verklaren is door verwetenschappelijking van beleid. Hij ziet eerder de politisering als verklaring, waarbij politici zich laten leiden door partijpolitiek belang in plaats van vakinhoudelijke kennis. Cuperus merkt daarbij op dat de politiek in een samenleving zonder vaste achterbannen heel onzeker is geworden. ‘Dat leidt tot een klein leger aan voorlichters en communicatiespecialisten die zich richten op risicobeheersing ten koste van expertise en inhoud.’ En dat ondermijnt volgens Van den Berg op de lange termijn nog verder het vertrouwen, omdat de focus op beeldvorming niet leidt tot kwalitatief beter beleid. Bovendien is er volgens Wille een politisering van de expertise. ‘Zij zijn vaak opinievormend.’
Twijfel over feiten
Dat brengt het gesprek op het tweede blok van de webinar: ‘Wat betekent wetenschappelijk onderbouwd beleid in een kritische samenleving waar soms ongemak zit op de feiten wetende dat het kan verschillen per beleidsterrein?’ Wille stelt dat er verschillende manieren zijn waarop kritisch wordt omgegaan met wetenschappelijk onderbouwd beleid, waarbij feiten zelfs in twijfel worden getrokken. Bovendien gaat het volgens Van den Berg niet alleen over de vraag of mensen feiten accepteren, maar ook over de twijfel bij vaak sociaaleconomisch minder sterke groepen in de samenleving. Zij vragen zich af of hun belang wel beschermd is als een oplossing wordt gekozen die gebaseerd is op wetenschappelijk onderzoek.