Om het lerarentekort aan te pakken, is in 2021 geld vrijgemaakt voor de volgende regelingen:
- Subsidieregeling Regionale Aanpak Personeelstekort (RAP): € 15 miljoen
Deze subsidieregeling kan worden gebruikt om partijen in de regio te ondersteunen om het lerarentekort in het po, vo en mbo gezamenlijk aan te pakken. Het CAOP voert de regeling uit voor de arbeidsmarktfondsen in het po, vo en mbo. - Lerarenbeurs: € 46,8 miljoen
Leraren uit het po, vo, mbo en hbo kunnen deze subsidie aanvragen voor hun bachelor- of masteropleiding. - Verschillende subsidies voor zij-instroom: € 39,7 miljoen
- Regeling zij-instroom: subsidie voor opleiding en begeleiding van zij-instromers in het po, vo en mbo
- Regeling korte scholingstrajecten vo: met deze subsidie kan een (toekomstig) leraar in het vo de juiste bevoegdheid halen om les te mogen geven
- Regeling MBO-instructeursbeurs: hiermee kunnen instructeurs in het mbo een associate degree of een bacheloropleiding volgen
- Regeling onderwijsassistenten: bedoeld om onderwijsassistenten te stimuleren de opleiding tot leraar gaan volgen
Aanpak lerarentekort G5
Verder is voor 2021 en daarna ook structureel € 30 miljoen vrijgemaakt voor de noodplannen van de G5: de steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Almere. Besturen uit deze steden hebben plannen gemaakt om het lerarentekort in hun stad aan te pakken. Bijvoorbeeld door zij-instromers te werven en begeleiden, personeel van andere scholen in te zetten, personeel op te leiden, kleine scholen te sluiten en het onderwijsproces op scholen anders te organiseren.
Situatie extra kwetsbaar door coronacrisis
Voor de komende jaren worden grote personeelstekorten in het primair en voortgezet onderwijs verwacht. Ook nu zijn er regelmatig signalen dat scholen grote problemen hebben met het vervullen van hun vacatures, vooral in de Randstad. De personeelssituatie in het onderwijs is nu in de coronacrisis extra kwetsbaar omdat zieke leraren vanwege de lerarentekorten maar moeilijk vervangen kunnen worden.
Werkdruk aanpakken
Het kabinet maakt ook geld vrij om de werkdruk in het primair onderwijs tegen te gaan. Voor schooljaar 2020-2021 is daardoor € 380 miljoen beschikbaar. Eind 2020, begin 2021 komt er een tussenevaluatie naar de verdeling van werkdrukmiddelen in de schoolteams. Ook in het schooljaar 2019-2020 kregen de scholen al werkdrukmiddelen. Dit kon besteed worden aan oplossingen die het schoolteam met elkaar had besproken. Uit onderzoek in opdracht van de PO-raad blijkt dat scholen vinden dat deze middelen goed zijn besteed en bijdragen aan vermindering van de werkdruk. De meeste schoolteams hebben hun plannen om hun werkdruk aan te pakken met succes kunnen uitvoeren. De verlichting is voor een belangrijk deel te danken aan de inzet van onderwijsondersteuners en vakleerkrachten.