Er is grote waardering voor de inzet van zorgprofessionals tijdens de uitbraak van Covid-19. Omdat de coronacrisis ook de komende tijd nog veel van de zorg zal vragen, stelt het kabinet een extra bonus van € 500 beschikbaar voor 2021. Een structurele salarisverhoging komt er niet. In een op Prinsjesdag gepubliceerde Kamerbrief staat dat de afgelopen drie jaar bijna 5 miljard extra beschikbaar is gesteld voor de salarissen in de zorg. Op basis van dit bedrag hebben de sociale partners cao-afspraken gemaakt over loonstijgingen. Volgens het kabinet is de loonontwikkeling in de zorg vergelijkbaar met die in de marktsector.
Maatregelen voor meer instroom en minder uitstroom
In de Kamerbrief staat ook dat er nog steeds veel mensen in de zorg willen werken, vaak vanuit de behoefte aan betekenisvol werk. Zorgprofessionals zijn erg bevlogen en ze zijn tevreden over de inhoud van hun vak. Toch is er veel uitstroom en ziekteverzuim, vooral door ontevredenheid over de sterk toegenomen werkdruk, administratieve lasten en arbeidsomstandigheden. Daarom gaat het kabinet meer investeren in een brede en samenhangende aanpak om werken in de zorg aantrekkelijker te maken. In 2021 is hier 20 miljoen euro extra voor beschikbaar, in 2022 80 miljoen euro extra en vanaf 2023 structureel 130 miljoen euro per jaar.
De brede aanpak voor de zorg is gericht op:
- Meer mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling
Het kabinet investeert in online platforms die mensen helpen zich te oriënteren op een baan in de sector of een vervolgstap. Verder wordt de subsidieregeling voor scholing na 2021 voortgezet. - Verbetering van contracten
Medewerkers ervaren soms belemmeringen om meer uren te gaan werken. In proeftuinen zijn hiervoor oplossingen ontwikkeld en die worden nu doorontwikkeld voor heel de sector. Ook worden de mogelijkheden onderzocht voor betere roosters. - Minder werkdruk en regeldruk
Het kabinet blijft investeren in het programma dat moet bijdragen aan minder administratieve lasten in de zorg. Tijdens de coronacrisis is de Nationale Zorgklas opgericht, om mensen met belangstelling voor de zorg snel aan de slag te laten gaan. Dit initiatief wordt doorontwikkeld, zodat wanneer dat nodig is er snel extra krachten beschikbaar zijn. Dat ontlast de professionals die nu al in de zorg werken. - Meer regie en zeggenschap
Verpleegkundigen en verzorgenden willen graag meedenken over betere zorg en de vermindering van werkdruk en regeldruk. Ook willen ze ruimte en autonomie om hun eigen inzichten te kunnen toepassen. Het kabinet wil hieraan tegemoetkomen en verkent momenteel de mogelijkheden om de positie van verpleegkundigen en verzorgenden te versterken.
Onafhankelijke commissie brengt knelpunten en kansen in kaart
Een tijdelijke SER-commissie gaat in opdracht van het kabinet verkennen welke specifieke knelpunten en kansen er zijn voor instroom en behoud van personeel, werkplezier, beloning en waardering voor zorgprofessionals. Naast de sociale partners zullen ook experts en de zorgprofessionals zelf vertegenwoordigd worden in de commissie. De commissie zal vooral de knelpunten verkennen voor de beroepsgroepen huishoudelijke hulp, helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen. Het is de bedoeling dat de verkenning voor 1 april 2021 is afgerond, zodat de partijen bij de volgende kabinetsformatie de uitkomst kunnen meenemen.
Professionals centraal
‘Goed dat het kabinet zich inzet om zorgprofessionals meer en beter in hun kracht te zetten’, reageert Hans Schirmbeck, adviseur Zorg. ‘Zij vormen met elkaar immers de ruggengraat van de sectoren zorg en welzijn. Het CAOP vindt het belangrijk dat professionals in staat gesteld worden betekenisvol werk te doen en daarvoor samen met werkgevers naar oplossingen zoeken. Belangrijke basisvoorwaarden daarvoor zijn meer professionele autonomie, kunnen doen waar je goed in bent en waarvoor je bent opgeleid en voldoende aandacht kunnen geven aan de patiënt/cliënt.’
‘Overbrug ook verschillen in arbeidsvoorwaarden’
Naast een breed en samenhangend pakket aan maatregelen om de werkdruk en de tekorten in de zorg te bestrijden, is er wat het CAOP betreft ook meer aandacht nodig voor arbeidsvoorwaarden. De huidige ‘lappendeken’ van cao’s en arbeidsvoorwaardenregelingen in de sector Zorg en welzijn sluit niet meer aan op de ontwikkelingen in de laatste jaren. Vooral in het sociaal domein knelt het. Innovatieve oplossingen om de verschillen te overbruggen, zijn gewenst. Schirmbeck: ‘Dit voorjaar riep de Commissie Werken in de Zorg (commissie-Terpstra) partijen nog op dit vraagstuk met voorrang aan te pakken. Een verkenning die het CAOP deed in 2019, heeft laten zien dat het ook mogelijk is om de verschillen in arbeidsvoorwaarden te overbruggen en ruimte te maken voor lokaal maatwerk. Het is nu aan sociale partners om de handschoen op te pakken.’