Dit systeem van opleiden en examineren bestaat sinds 2009 en is, op enkele aanpassingen na, sindsdien hetzelfde gebleven. Een evaluatie was daarom gewenst, met daarbij een blik op de toekomst: hoe ziet toekomstbestendig opleiden en examineren in de schoonmaak- en glazenwassersbranche eruit?
Een breed gesprek met alle betrokken partijen
Het onderzoeksteam van het CAOP en het Kohnstamm instituut hebben, ondersteund door IVA Onderwijs, deze evaluatie uitgevoerd. Hiervoor is gebruikgemaakt van een mix van kwalitatieve en kwantitatieve methoden. Door middel van interviews, vragenlijstonderzoek en groepsgesprekken werd er gekeken in welke mate de inhoud van de examens, de manier van examineren en de organisatie en communicatie (nog) aansluiten bij de behoeften van de schoonmaak- en glazenwassersbranche. Ook zijn kansen en knelpunten op het gebied van leven lang ontwikkelen in de branche geïnventariseerd.
Gedurende het onderzoek is er gesproken met werkgevers en werknemers, maar ook met examinatoren, opleiders en vertegenwoordigers van het RAS-Examenbureau. Nynke van Miltenburg, onderzoeksadviseur bij het CAOP, vertelt waarom het zo belangrijk was om die eerste twee groepen mee te nemen in het onderzoek: ‘Voor ons was het cruciaal om werkgevers én werknemers bij het gehele onderzoekstraject te betrekken. Opleidingen en examens van de schoonmaak- en glazenwassersbranche dragen bij aan duurzame inzetbaarheid en leven lang ontwikkelen in de sector. Dat is in het belang van beide groepen.’
Aandacht voor de inhoud en uitvoering
Door te kijken naar de verschillende opvattingen van de betrokken partijen, hebben het Kohnstamm instituut en het CAOP verschillende aanbevelingen op een rij gezet. Zo is naar voren gekomen dat de vereiste om examens in het Nederlands af te leggen bij alle partijen ter discussie staat. Inhoudelijk is het advies om de focus te blijven leggen op ergonomie en om onderzoek te doen naar de mogelijkheid om ‘resultaatgericht schoonmaken’ en ‘klantcommunicatie’ toe te voegen aan de opleiding en examens.
Ook is naar voren gekomen dat er behoefte is aan structurele aandacht voor examenvrees bij kandidaten. Bijvoorbeeld door het (meer) trainen van examinatoren in het omgaan met angstige kandidaten en het goed inlichten van kandidaten om zo angst te verminderen. Ten slotte wordt geadviseerd om structurele, transparante communicatie tussen het RAS-Examenbureau, vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers, opleiders en examinatoren te faciliteren.