Een goede samenwerking tussen onderwijs en opvang kan voordelen opleveren voor kinderen, ouders en personeel, maar brengt ook knelpunten en risico’s met zich mee. Sinds de jaren negentig zijn er initiatieven om basisscholen en kinderopvangcentra dichter bij elkaar te brengen. De samenwerking tussen onderwijs en kinderopvang krijgt op verschillende manieren vorm, van gezamenlijke naschoolse activiteiten, brede scholen, kindercampussen en speelleercentra tot (integrale) kindcentra.
Inhoud afstemmen belangrijk bij goede samenwerking
Uit de handreiking en eerdere studies komt naar voren dat het voor een succesvolle samenwerking belangrijk is om de arbeidsinhoud (zoals het jaarprogramma van de kinderen) op elkaar af te stemmen en elkaars expertise te benutten. Een gezamenlijk gebouw is bijvoorbeeld handig, maar het betekent ook dat goede afspraken over het gebruik van ruimtes en faciliteiten en over de administratie moeten komen. De handreiking geeft op basis van acht goede praktijken inzicht in deze en andere knelpunten. Ook is er te lezen wat de knelpunten betekenen voor bestuurders, leidinggevenden en medewerkers van scholen en kinderopvang. Tot slot geeft de handleiding inzicht in de oplossingen die deze organisaties toepassen.
Nynke van Miltenburg, senior onderzoeker bij het CAOP, vertelt: “Het was in dit onderzoek mooi om te zien hoe onderwijs en opvang nauw met elkaar samenwerken. De geïnterviewden beschreven hoe ze als één gelijkwaardig team een samenhangend onderwijs- en opvangprogramma neerzetten waarin kinderen van nul tot twaalf de hele dag terecht kunnen. Daarin zien ze grote meerwaarde, zeker voor kinderen met een uitdagende thuissituatie.”