Coalitieakkoord: veel ambities, weinig plannen voor de arbeidsmarkt
26 april 2022
Teleurstellend, onevenwichtig, met een groot operationeel gat. Als het om plannen voor de arbeidsmarkt gaat, schiet het nieuwe regeerakkoord danig tekort, was de indruk tijdens de CAOP-webinar ‘Coalitieakkoord en Arbeidsmarkt’ op 14 april. Frénk van der Linden ging in gesprek met Hans Borstlap, voormalig voorzitter van de naar hem genoemde commissie, FNV-voorzitter Tuur Elzinga, Anne Megens, coördinator beleid bij werkgeversvereniging AWVN, en Piet Fortuin, voorzitter van CNV Vakmensen.
Onderaan het verslag kun je de webinar volledig terugkijken.
We leven in een unieke tijd van enerzijds krapte in veel sectoren en anderzijds een onbenut arbeidspotentieel van ruim één miljoen mensen. ‘Mij verbaast de gelatenheid over die enorme spanning tussen vraag en aanbod’, zegt Hans Borstlap tijdens zijn pitch. Hij vindt het regeerakkoord op dit punt teleurstellend en onevenwichtig. ‘Miljarden gaan naar ambities voor klimaat, energie, bouw, defensie. Terecht, maar om die 70 tot 80 miljard te kunnen uitgeven, heb je mensen nodig die nu niet beschikbaar zijn.’ Daarbij moet het arbeidsvoorzieningenbestel het doen met 500 miljoen euro, waarvan minister Schouten ook nog haar armoedebeleid moet bekostigen. ‘Plus vier keer 125 miljoen incidenteel voor een leven lang leren, terwijl dat bij uitstek iets structureels is.’ Hij voorziet grote politieke spanningen hierover. ‘Ministers gaan snel merken dat ze wel geld hebben, maar het niet kunnen uitgeven. Daarom moeten wij als sociale partners dit kabinet daarbij helpen. Zodat er ook echt wat gaat gebeuren aan de modernisering van het arbeidsvoorzieningenbestel.’
‘Als sociale partners moeten we het kabinet helpen zodat er ook echt wat gaat gebeuren aan de modernisering van het arbeidsvoorzieningenbestel.’
Hans Borstlap, voormalig voorzitter van commissie-Borstlap
Tweedeling op de arbeidsmarkt
Elzinga is het met Borstlap eens. Zijn pitch gaat over de tweedeling op de arbeidsmarkt. ‘Door corona moesten velen doorwerken met grote risico’s voor hun gezondheid en veiligheid, omdat ze niet de luxe hadden ‘nee’ te kunnen zeggen door hun afhankelijke positie. En veel anderen, die het voorrecht hadden in een vitale sector te werken, zaten van de ene op de andere dag thuis zonder werk en inkomen. Dat was een wake-upcall voor de samenleving: dit niet meer! In die constellatie is het ons gelukt om, na jaren knokken, samen met werkgevers te komen tot een advies met voorstellen voor meer zekerheid op de arbeidsmarkt. Het is uitermate teleurstellend, al worden onze adviezen en ambities overgenomen, dat deze in het coalitieakkoord zo weinig concreet en direct zijn vormgegeven. Ondertussen wachten we nog steeds op de uitvoering, omdat het zo lang heeft geduurd voordat er een regeerakkoord was. Haast is geboden om te zorgen dat mensen die zekerheid wél krijgen.’
Binnenkant van werk
Anne Megens gaat een halfjaar met sabbatical. Niet omdat ze zo’n millennial is die onder het mom van zelfontplooiing alle verantwoordelijkheden achter zich laat, maar omdat ze zich wil opladen en de ‘binnenkant van werk’ belangrijk vindt. ‘Ik zeg niet dat iedereen een sabbatical moet nemen, maar dat we meer bezig moeten zijn met hoe we werk optimaal kunnen uitvoeren. De afgelopen jaren zijn we juist bezig geweest met de buitenkant van werk; het arbeidscontract is daar een onderdeel van. Dat zag je bij de commissie-Borstlap, maar ook het MLT-advies van de SER en het nieuwe coalitieakkoord fixeren daarop. Terwijl ik een lans wil breken voor de binnenkant: wat vinden mensen belangrijk in hun werk, is het zinvol, mentaal en fysiek goed op te brengen, te combineren met hun privé? Ruim een miljoen Nederlanders hebben burn-outklachten, onder meer omdat ze hun werk niet kunnen volhouden. Daar moeten we iets mee. We weten dat mensen meer uren kunnen werken als hun werk beter ingericht is, verlicht wordt, hun werkweek er beter uitziet. Bij de binnenkant van werk valt dus veel winst te behalen. Daarvoor is ook in het regeerakkoord te weinig aandacht.’
Kampioen flex
‘Het is gênant dat wij in Nederland kampioen flex zijn’, pitcht Piet Fortuin. ‘Er is veel gekkigheid op de arbeidsmarkt als het gaat om soorten contracten, de prijs van arbeid, altijd de goedkoopste arbeid zoeken, flexconstructies, zelfstandigheid en schijnzelfstandigheid. Diverse rapporten zijn erover geschreven, maar het stadium van nadenken en analyseren is voorbij. We zijn toe aan wetgeving, de hand aan de ploeg slaan. Laten we gaan uitvoeren en als kabinet en sociale partners zorgen dat we de balans terugbrengen en toegaan naar een eerlijke arbeidsmarkt, die niet alleen werkt op basis van beprijzing, maar waar mensen toekomst hebben en tot hun recht kunnen komen. Het coalitieakkoord laat dat liggen.’
MLT-advies
Borstlap wijt de onevenwichtigheid in het regeerakkoord aan het feit dat het uiteindelijk een haastklus is geworden. ‘De minister van Sociale Zaken en ambtenaren die ik spreek, onderkennen die onevenwichtigheid ook.’ Het MLT-advies van de SER van juni 2021 vindt hij een ‘absolute doorbraak’, mede door de betrokkenheid van de vakbeweging. ‘Die staat, net als het UWV, de sociale diensten en het commerciële uitzendwezen, te trappelen om alle vacatures te vervullen. Alleen ervaren zij onmacht als gevolg van de historie: UWV en gemeenten zijn ongelooflijk bekort, waardoor er nu te weinig mankracht is om mensen individueel naar werk te begeleiden. Dat moet je herstellen.’
Volgens Megens wordt de indruk gewekt dat er met het MLT-advies een soort handboek ligt om de arbeidsmarkt te hervormen: als je maar de juiste stappen in de juiste volgorde zet, komt het goed. Dat is niet zo zeker, omdat de krapte de arbeidsmarkt drastisch heeft veranderd. ‘We komen uit een situatie waarin van flex veel misbruik werd gemaakt. Dat gebeurt nog weleens, maar je ziet nu dat werkgevers vechten om mensen in vaste dienst te krijgen en zzp’ers niet willen, in plaats van omgekeerd.’ Fortuin voegt toe dat behalve de krapte ook de kwaliteit van arbeid, het soort arbeidsovereenkomst, om een oplossing vraagt. ‘In het MLT-advies zijn concrete stappen voorgesteld. Die vragen om wetgeving.’
Anders naar werk kijken
In een gefilmd interview ondervraagt Frénk van der Linden Patrick Banis, directeur Arbeidsmarkt bij het CAOP, over onder meer ‘arbeidskrapte’. We gaan naar een totaal andere arbeidsmarkt, zegt Banis, waar meer ouderen uitstromen dan jongeren instromen. ‘Dat zorgt binnen vijftien jaar voor een krimp van één miljoen werkenden. Als we onze welvaart, sociale zekerheid, gezondheidszorg, verdienvermogen op peil willen houden, zullen we anders naar werk moeten kijken.’ Het kabinet heeft daar in zijn ogen onvoldoende aandacht voor.
Een van de oplossingen is volgens Banis arbeidsmigratie. ‘Maar dat zit niet helemaal in ons systeem. De afgelopen jaren waren werkenden van buiten Nederland eigenlijk niet welkom.’ Ook zouden degenen met een deeltijdbaan meer kunnen werken. Daarnaast is het arbeidspotentieel van de één miljoen mensen die nog aan de kant zitten een deel van de oplossing. Dat vraagt wel om individueel maatwerk en een cultuurverandering, ook van werkgevers. ‘Ga je accepteren dat iemand een vlekje heeft, iets niet kan, net niet het juiste diploma heeft maar wel de competenties, gun je die ook een kans?’ Tot slot vindt hij het belangrijk om werk anders te organiseren.
De oplossingsrichtingen van Banis zijn de afgelopen jaren al veelvuldig benoemd, reageert Ruud van der Aa, senior onderzoeker arbeidsmarkt bij het CAOP. ‘Alleen de toepassing ervan is een punt: hoe ga je werk anders organiseren, hoe neem je arbeidsmigranten in het arbeidsproces op, hoe kun je arbeidspotentieel beter benutten? Belangrijke vragen, waarvoor de sociale partners met een actieplan moeten komen.’
‘Als we onze welvaart, sociale zekerheid, gezondheidszorg, verdienvermogen op peil willen houden, zullen we anders naar werk moeten kijken.’
Patrick Banis, directeur arbeidsmarkt CAOP
Niet de makkelijke weg
Borstlap verwacht niet veel van arbeidsmigratie. ‘Voor de hightechjongens zijn regelingen, dat is evident. Maar voor de grote hiaten – handen aan het bed, mensen voor de klas, in de bouw – moeten we niet de gemakkelijke of vluchtweg kiezen als we over zoveel potentieel beschikken. Is erover nagedacht hoe we al die migranten moeten huisvesten? Ik zie meer in eigen mensen aan de slag helpen en technologische vernieuwing. In het verleden dachten we dat technologie banen ging kosten, maar dat is nooit gebeurd. Het is een constante factor gebleken.’
Fortuin vindt het cruciaal, ook voor de concurrentieverhoudingen in Nederland, om te blijven investeren in een leven lang leren. ‘Geef mensen daarvoor zelf de middelen en regie.’ Megens wijst erop dat er al ‘miljarden op de plank liggen’ voor het persoonlijk keuzebudget en allerlei fondsen, maar dat dat geld niet wordt gebruikt. ‘Werkgevers, werknemers én overheid moeten het veel meer gaan hebben over: hoe creëren we een leercultuur in dit land? Zodat ook degenen die traumatische ervaringen met school hebben, er zin in krijgen.’ Maar, vult Fortuin aan, het gaat niet alleen om leren in de schoolbanken, maar ook om jezelf ontwikkelen, nieuwe competenties leren ‘on the job’.
Elzinga reageert op het actieplan dat Van der Aa voorstelt: ‘Er bestaan al stapels plannen van aanpak en adviezen, maar die blijven in de la. Het komt er nu op aan echt werk te gaan maken de uitvoering.’ Dat zal meteen ook het vertrouwen in de publieke uitvoering vergroten, verwacht hij.
Flexibilisering
Alle sprekers poneren een stelling over wat zij als prioriteit zien. ‘Voor de grote transities waar we voor staan, hebben we meer vast en minder flex nodig’, trapt Elzinga af. Zijn toelichting: ‘Als je duurzaam met elkaar in een vast dienstverband investeert, hebben werknemers de ruimte en zekerheid om te investeren in hun ontwikkeling, net als werkgevers, en creëer je een situatie waarin mensen grip hebben op en zeggenschap over die grote transities.’ Mee eens, reageert Borstlap, maar neem in dat contract dan wel ’elementen van flexibilisering’ op. Fortuin: ‘Je blijft wendbare mensen nodig hebben die tijdelijke klussen doen, anders werken, sneller kunnen schakelen. En je kunt de risico’s niet alleen bij de werkgever leggen.’ Megens: ‘Het gaat om de balans. Snel inspringen op veranderingen vraagt juist om zzp’ers, uitzend- en oproepkrachten. Het gaat pas mis als je die inzet voor structureel werk.’
Oude en nieuwe zekerheid
De nieuwe zekerheid voor de werknemer is iets anders dan de oude zekerheid, stelt Borstlap. ‘De oude zekerheid was een in marmer gegoten recht. De nieuwe is het vermogen om wendbaar in te spelen op de veranderingen op de arbeidsmarkt.’ Fortuin reageert: ‘Interne flexibiliteit is heel belangrijk, maar het kan niet zo zijn dat je de duidelijkheid van een vast contract inruilt voor nieuwe onzekerheid.’ Megens: ‘Over de richting zijn we het eens, maar waarom botst het aan de bijvoorbeeld de cao-tafel op dit onderwerp?’ Borstlap: ‘We denken graag in eindoplossingen. Het lijkt mij beter om in processen te werken.’ Oftewel: gewoon beginnen en gaandeweg kom je tot aanpassingen.
Taboe op deeltijd
‘We moeten het taboe dat op onze deeltijdcultuur rust, slechten. Meer uren werken is een van de oplossingen’, luidt Megens’ stelling. Elzinga is het hiermee eens: ‘Maak het aantrekkelijker om langer te werken. Dan hebben we het over kinderopvang, verlof, er zijn nog veel werelden te winnen.’ Hij verwijst naar Scandinavië, waar de verlofregelingen ruimer zijn, carrièrekansen voor mannen en vrouwen meer gelijk en de ‘loongap’ kleiner dan in Nederland. Fortuin gelooft niet in langer werken. ‘Uit onderzoek onder millennials en hoogopgeleiden blijkt dat nieuwe mensen op de arbeidsmarkt massaal niet meer dan vier dagen willen werken. Daarop moet je als werkgever inspelen wil je nieuw talent werven en binnenhouden.’ Borstlap heeft sympathie voor de stelling en richt zich liever op de fiscale regelgeving, die ‘langer werken nogal ontmoedigt. Er zijn problemen in boxen 3 en 2, daar kijkt Marnix van Rijn naar. Ik ben benieuwd waar hij mee komt.’
Slimmer werken
Slimmer werken is de enige oplossing voor de arbeidsmarkttekorten. In zijn toelichting op deze stelling komt Fortuin terug op de eigen regie van werknemers over hun werk en ontwikkeling, de arbeidsduur, de inzet van technologie. Bovendien: ‘We moeten meer gebruikmaken van kennis en kunde op de werkvloer. Mensen willen best meedenken over oplossingen.’ In de reacties komt aan bod dat de inzet van technologie de afgelopen decennia niet tot productiviteitsgroei heeft geleid. Een wereldwijd fenomeen, mede vanwege de verplaatsing van productie naar lagelonenlanden.
‘We moeten meer gebruikmaken van kennis en kunde op de werkvloer. Mensen willen best meedenken over oplossingen.’
Piet Fortuin, voorzitter van CNV Vakmensen
Beginnen met sleutelen
Er moet zo veel gebeuren, waar zou je beginnen met sleutelen, vraagt Van der Linden. Bij het MLT-advies, antwoordt Elzinga: ‘Dat heeft draagvlak en omdat er problemen zijn met het vertrouwen in de overheid hebben we dat nodig. Begin met het dichtzetten van de draaideur van flex.’ Megens stelt voor te starten bij de ‘persoonlijke leerrekening’: ‘Zet een mooie campagne op voor een website waar Nederlandse burgers kunnen zien wat ze voor opleiden en ontwikkelen in hun persoonlijke potje hebben zitten.’ Fortuin wil beginnen met de overheid erop te wijzen: lees nu eens na wat we allemaal hebben afgesproken! ‘Zorg eerst voor naleving van de bestaande regelgeving. Als je te hard rijdt, krijg je een boete, maar doe je op de arbeidsmarkt dingen fout, dan wordt dat niet gecontroleerd of gesanctioneerd.’ Borstlap tot slot: ‘Slavernij en kinderarbeid zijn afgeschaft, waarom schaffen we de werkloosheid niet af? Waarom aanvaarden we dat mensen met een uitkering worden afgekocht en doodongelukkig thuis zitten? Begin te redeneren vanuit ‘wij aanvaarden geen werkloosheid’, pak dan de arbeidsmarkt aan, fiscale regelingen. Dan zul je zien hoeveel er mogelijk is.’
Kijk het webinar terug
Heb je het webinar Coalitieakkoord en Arbeidsmarkt op 14 april gemist? Bekijk het webinar hieronder terug