In het primair en voortgezet onderwijs nemen verschillende partijen maatregelen om het lerarentekort aan te pakken. Denk aan regionale partners, overheden, onderwijsorganisaties, lerarenopleidingen en schoolbesturen. Het ministerie van OCW heeft zes actielijnen uitgezet:
- Instroom, doorstroom en uitstroom van de lerarenopleidingen optimaliseren
- Zij-instroom bevorderen
- Leraren behouden voor het onderwijs
- Stille reserve aanspreken
- Beloning en carrièreperspectief verbeteren
- Onderwijs anders organiseren en innovatieve ideeën uitwerken en uitproberen
Veel van de maatregelen binnen de genoemde actielijnen zijn en worden niet goed op effectiviteit onderzocht. Daardoor is het niet direct duidelijk welke maatregelen effectief zijn om het lerarentekort te verminderen.
Waarom effecten lastig zijn te meten
Het is ook niet eenvoudig om het effect van maatregelen te meten. Er is niet altijd een direct verband te leggen tussen maatregel en effect. Bij sommige maatregelen (zoals meer zij-instromers) is het effect al snel zichtbaar, maar bij de meeste maatregelen (zoals meer studenten werven voor de pabo en het aanzien van het beroep verbeteren) is pas na langere tijd effect te zien. Bovendien spelen er ook externe factoren mee die effecten kunnen beïnvloeden, zoals een groeiende of krimpende economie.
Wat in het algemeen werkt
Op basis van onderzoek is wel een algemene uitspraak te doen over de effectiviteit van maatregelen tegen het lerarentekort. Het meest effectief blijken maatregelen die onderdeel zijn van een bredere strategie en die niet op zichzelf staan. Belangrijk is ook dat die strategie zich richt op de langere termijn (zoals het beroep van leraren aantrekkelijker maken).
Effect van hogere beloning
Kijken we naar specifieke maatregelen, dan lijken financiële prikkels enig effect te hebben. Denk aan een hoger salaris of een vaste aanstelling. Zowel uit experimenten met intreedbonussen in Engeland als uit recent onderzoek van de OECD blijkt dat het salaris van leraren een directe impact heeft op de aantrekkelijkheid van het beroep. Het salaris beïnvloedt niet alleen de beslissing om een lerarenopleiding te volgen, maar ook om daadwerkelijk leraar te worden (na afstuderen), om terug te keren naar het onderwijs na een andere baan, of om leraar te blijven. Opvallend is dat vooral mannen gevoelig zijn voor een hogere beloning.
Recent Nederlands onderzoek nuanceert dit beeld weer. Als leraren in de Randstad extra salarisverhoging ontvangen, blijven ze even vaak in het onderwijs werken als hun collega’s buiten de Randstad die geen salarisverhoging krijgen. Wel zorgt de beloning ervoor dat de leraren vaker in de Randstad blijven werken en niet buiten de Randstad als leraar aan de slag gaan.
Het effect van grotere klassen
Klassenvergroting is ook een effectieve maatregel in tijden van lerarentekort, want je hebt dan minder leraren nodig. Maar deze maatregel kan tegelijk ook negatieve effecten met zich meebrengen. Zo kunnen de prestaties van leerlingen afnemen en neemt de werkdruk voor leraren toe. Frank Cörvers, bijzonder hoogleraar Onderwijsarbeidsmarkt bij het CAOP en Tilburg University, is dan ook geen voorstander van deze maatregel, zo zei hij eind november 2019.
Hogere kwalificatie-eisen
Er is ook wel geprobeerd het beroep van leraar aantrekkelijker te maken door een alternatieve opleidingsroute te starten met hogere kwalificatie-eisen. In Amerika (Teach for America) en het Verenigd Koninkrijk (Teach First) hebben deze programma’s effect. Maar bij de Nederlandse onderwijstraineeships ‘Eerst De Klas’ (EDK) en ‘OnderwijsTraineeship’ (OTS) droeg een strengere selectie niet overtuigend bij aan de kans dat iemand start met een academische lerarenopleiding, een eerstegraads lesbevoegdheid haalt of (blijft) werken in het onderwijs.
Kennisrotonde
De Kennisrotonde is het online loket van NRO waar onderwijsprofessionals hun vragen uit de onderwijspraktijk kunnen stellen. Onderzoeksadviseurs van het CAOP beantwoorden deze vragen op basis van onderzoeksliteratuur. Het antwoord op de vraag naar de effectiviteit van maatregelen tegen het lerarentekort is opgesteld door de CAOP-onderzoekers Deborah van den Berg en Ruud van der Aa (kennismakelaar voor de Kennisrotonde). Hiervoor raadpleegden ze Frank Cörvers (hoogleraar Onderwijsarbeidsmarkt).