Het seminar liep vooruit op de verschijning in het voorjaar van 2020 van het boek ‘Gevallen’. Aan deze publicatie, onder redactie van hoogleraar Frits van der Meer, Leerstoel Comparative Public Sector en Civil Service Reform, en universitair docent Gerrit Dijkstra, ligt veel voorbereidend onderzoek ten grondslag. Over de tussenstand van dat onderzoek kon het publiek alvast in gesprek met de aanwezige auteurs.
Botte pech voor gevallen bewindslieden
Het boek beslaat grofweg de periode van de kabinetten-Balkenende I, II en III en -Rutte I en II, verduidelijkt Dijkstra. Het is volgens hem lastig te zeggen wanneer een bewindspersoon ‘gedwongen’ wordt op te stappen, maar hij noemt redenen als een motie van wantrouwen, het parlement dat aandringt op ontslag of de eigen partij die druk uitoefent. Van der Meer vult dat aan met factoren vanuit de politiek, zoals de rekrutering, iemands relatie met de partij, met de Tweede Kamer, maar ook ervaring, persoonlijkheid en toeval. ‘Botte pech wordt vaak over het hoofd gezien, maar is wel belangrijk. Er kan altijd iets gebeuren, een samenloop van omstandigheden.’
Vakministers
Wellicht is een vakminister beter, werpt iemand op, bijvoorbeeld een oud-legerofficier op Defensie. Uit historisch onderzoek blijkt echter dat veel vakministers het niet redden in de Kamer, reageert een onderzoeker. Neem LPF-ministers Bomhoff en Heinsbroek. ‘De LPF zat toen in een ontzettend lastige situatie. Daarom werd gezegd: we zetten vakministers neer, die hoeven niet zozeer politieke ervaring te hebben. Dat botste binnen de departementen, maar ook in de partij. Politieke ministers weten niet altijd uit ervaring waar het over gaat, maar kunnen wel het politieke spel spelen. Dat blijkt toch het belangrijkste.’
Burgemeesters
Burgemeesters hebben met hun ervaring in het openbaar bestuur een relatief grote kans minister te worden, klinkt het uit de zaal. De praktijk blijkt vaak anders, want de verschillen tussen het minister- en het burgemeesterschap zijn enorm, zo haalt iemand ervaringsdeskundige Bram Peper aan. ‘Die zei dat je als ex-burgemeester in de Kamer een heleboel moet afleren, vooral het idee dat je zelf kunt beslissen. Dat geldt ook voor veel verwennerij. Je moet overal met de bedelnap langs: collega’s, partijen, Kamer, woordvoerders. Veel burgemeesters lopen daarop vast.’
Via partijbelangen komt de discussie op de gekozen burgemeester, een van de redenen waarom D66 werd opgericht. Volgens een auteur heeft het opgeven van de verzilvering van zulke ‘kroonjuwelen’ door de partij bijgedragen aan de val van Thom de Graaf als minister. ‘Hij was in het zadel geholpen om de gekozen burgemeester te realiseren, maar D66 begon te draaien in haar standpunten. Die langjarige koerswijziging heeft hem mede de kop gekost.’
Loyaal aan gevallen bewindslieden
Bij het aftreden van Jack de Vries speelde het ambtelijk apparaat een grote rol. Door zijn affaire als staatssecretaris van Defensie kwam de veiligheid van zijn eigen personeel onder druk te staan, ook op missies, legt een onderzoeker uit. Daardoor groeide de onvrede onder zijn ambtenaren, wat ten koste ging van het functioneren en de moraal van de troepen. Uiteindelijk hebben ambtenaren daarover gelekt en daarmee een proces in gang gezet dat leidde tot een beter functionerend ministerie en De Vries’ aftreden. In het algemeen is het ambtelijk apparaat echter loyaal, is de indruk, zeker als de ‘gevallen’ bewindslieden een goede band ermee onderhielden. Wat ook meespeelt is de cultuur op het departement en of de man of vrouw sympathiek is.
Belastingdienst
Naarmate een organisatie groter wordt, neemt het risico van minder loyaliteit in de lagere regionen toe, meent iemand. Hij geeft de Belastingdienst met zo’n 30.000 medewerkers als voorbeeld. ‘Daar is aan alle kanten gelekt om een bewindspersoon in de problemen te brengen.’ Reden: trouwe medewerkers met passie voor de zaak zouden zich jarenlang miskend hebben gevoeld. Loyaliteit kan ook te ver gaan, stelt een ander. ‘Een top die uitsluitend met de minister meepraat, kan op termijn vernietigend zijn. Terwijl hem van repliek dienen, juist helpt om problemen eerder te signaleren.’ Ook kan loyaliteit negatief uitpakken. Een derde herinnert aan de val van minister van Veiligheid en Justitie Ard Van der Steur als gevolg van de ‘Teevendeal’. ‘Hij viel een deel van zijn ambtenaren af: jullie hebben een bon niet gevonden. Terwijl dat overduidelijk wel zo was. Dat gaf aanleiding tot lekken.’
Mediatraining
De 24/7 draaiende communicatiemachinerie leidt tot meer gevallen bewindslieden dan vroeger, weet een onderzoeker. Sinds pakweg 2000 is hun aantal bijna verdubbeld. Maar voorzichtigheid is geboden, want vele factoren spelen mee. ‘Er zijn ook minder stabiele kabinetten geweest, waardoor de omloopsnelheid van ministers en staatssecretarissen toenam. Met een slok op achter het stuur zitten, daar kon een bewindspersoon vroeger nog mee wegkomen, maar in het twittertijdperk niet meer’. Die cultuurverandering heeft zich ook voltrokken doordat journalisten meer bovenop de politiek zitten, anders zijn gaan bevragen, brutaler zijn geworden, mede geïnspireerd door Rutger Castricum van PowNed. Politici kunnen op hun beurt niet meer zonder mediatraining. Laten we de rol van de media echter niet overschatten, adviseert iemand. ‘Als een bewindspersoon politiek sterk staat, kan geen medium hem zomaar ten val brengen.’
Ook een bijeenkomst bijwonen?
De bijzondere leerstoelen van het CAOP organiseren regelmatig bijeenkomsten rond thema´s die spelen bij de overheid of breder in de publieke sector. Kijk hiervoor in de agenda.