Etnische diversiteit in het onderwijs belangrijk
Etnisch diverse onderwijsteams zijn van grote waarde, zo laten diverse studies zien. Meer etnische diversiteit kan bijdragen aan kansengelijkheid in het onderwijs. Door meer leraren van kleur aan te trekken en ze te behouden kan bovendien het lerarentekort worden verminderd. En doordat docenten van kleur weer als rolmodel fungeren voor leerlingen, kunnen ze zo ook deze doelgroep inspireren voor het beroep van leraar. Toch ontbreekt het in Nederland aan recent onderzoek naar verklaringen voor onder vertegenwoordiging van docenten van kleur in het voortgezet onderwijs.
De verkenning van Voion geeft daarom een onmisbaar eerste inzicht in de volgende twee onderzoeksvragen:
- Wat zijn mogelijke verklaringen voor de ondervertegenwoordiging in het voortgezet onderwijs van docenten van kleur?
- Op welke wijze kunnen vo-scholen meer docenten van kleur aantrekken en de uitstroom van deze groep verminderen?
Kritiek op noodzaak onderzoek
Niet iedereen is overtuigd van nut en noodzaak van meer docenten van kleur, zoals bleek uit enkele kritische reacties op de oproep bij deze verkenning om deel te nemen aan interviews. Zo stellen de critici bijvoorbeeld dat scholen alleen een afspiegeling moeten zijn van de directe omgeving, en in sommige regio’s is het percentage inwoners van kleur dusdanig laag dat een etnisch diverser docentenbestand geen goede afspiegeling is. Daarmee miskennen ze dat scholen in het kader van het wettelijk verplichte burgerschapsonderwijs hun leerlingen de kennis, vaardigheden en houding moeten bijbrengen om als burgers deel uit te maken van de pluriforme samenleving en dat die samenleving groter is dan de directe, eigen omgeving. Ook over de specifieke achtergrond van docenten kwam kritiek. Waarom zou bijvoorbeeld een docent met een Surinaams-Nederlandse achtergrond meer gemeenschappelijk hebben met een Marokkaans-Nederlandse leerling dan een witte docent?
Dat niet de specifieke etniciteit relevant is, maar het van kleur zijn, wordt uitgelegd door een directeur van een school met 130 verschillende culturen. In tijdschrift Didactief zegt hij:
‘Docenten met een migratieachtergrond zijn voor onze leerlingen een rolmodel. Dat kan ook een docent met een Marokkaanse achtergrond zijn voor een Ghanese of voor een Turkse leerling, dat maakt niet uit. Het gaat erom dat het niet de dominante cultuur is in Nederland en dat je weet hoe dat is.’ (Renckens, 2021)
Interviews over ervaringen als docent van kleur
Na literatuuronderzoek zijn online interviews afgenomen met vijftien lesbevoegde personen van kleur over hun ervaringen als docent van kleur in het vo. Het gaat om 9 docenten die momenteel lesgeven en 6 docenten die zijn uitgestroomd. Om deelnemers zonder terughoudendheid over hun ervaringen op school met diversiteit en inclusie te laten praten, is ervoor gekozen om de interviews te laten afnemen door twee onderzoekers van kleur. Bij de werving is gelet op voldoende variëteit wat betreft kenmerken als leeftijd, etniciteit en regio waar de deelnemers werken of werkten als docent. Ook is bij de aanmelding gevraagd of de persoon tevreden werkzaam is als docent, overweegt het vo te verlaten of is uitgestroomd. De diversiteit aan ervaringen maakte het mogelijk om ook goede voorbeelden te achterhalen van scholen waar docenten van kleur met plezier werk(t)en.
Verklaringen voor ondervertegenwoordiging
In de verkenning die door Voion is uitgevoerd van de ervaringen van (voormalig) docenten van kleur blijkt een aantal thema’s een rol te spelen bij uitstroom. De hoge werkdruk is in het algemeen een vaak genoemde reden voor uitval van docenten, zo ook bij het deel van de geïnterviewden van kleur dat is uitgestroomd. Docenten van kleur kiezen er relatief vaak voor om op een school te werken met een etnisch diverse leerlingpopulatie. Zo’n diverse leerlingpopulatie lijkt soms bij te dragen aan de toch al hoge werkdruk voor docenten. Dat komt omdat een aanzienlijk deel van de leerlingen van kleur het risico loopt op leerachterstanden door gemiddeld een laag opleidingsniveau van de ouders. Eerder onderzoek laat zien dat leraren op vo-scholen hun beroepsuitoefening als negatiever ervaren naarmate er een hoger aandeel leerlingen met het risico op leerachterstanden op de school zit. De extra uitdagingen in de klas vragen namelijk een extra investering van docenten op deze scholen.
Inclusieve schoolcultuur wordt gemist
Ook blijkt dat op sommige scholen docenten een inclusieve schoolcultuur missen, vooral als het gaat om open gesprekken met collega’s over culturele verschillen en vooroordelen. Ze ervaren het taalgebruik van collega’s soms als weinig inclusief, voelen niet altijd de ruimte om collega’s op hun gedrag aan te spreken en merken daarnaast op dat er weinig aandacht is voor niet-christelijke vieringen. Een deel van de geïnterviewde docenten van kleur geeft aan zich niet thuis te voelen op de school of geen onderdeel van het team. Ze ervaren het onderwijs als een witte wereld; regelmatig zijn ze de enige docent van kleur op hun locatie. Docenten vinden het moeilijk om het niet-thuisgevoel te expliciteren. Vaak gaat het om subtiele zaken. Het kan gaan om informele gesprekken tussen collega’s over vrijetijdsbesteding waar ze niet over mee kunnen praten. Maar het niet-thuisgevoel heeft er ook mee te maken dat ze bij witte collega’s niet altijd op begrip kunnen rekenen als ze vertellen over situaties van uitsluiting.