Om mensen weerbaarder te maken voor een steeds veranderende arbeidsmarkt en ze goed inzetbaar te houden op de arbeidsmarkt, is het van belang dat zij (bij)scholingstrajecten blijven volgen en informeel kunnen leren op de werkvloer. Van 2014-2018 bleef de scholingsdeelname gelijk. In 2019-2020 namen minder mensen deel uit van (bij)scholingstrajecten. Het aandeel mensen dat informeel bijleerde op de werkplek bleef gelijk. Dat blijkt uit het SCP-onderzoek dat om de twee jaar plaatsvindt.
Waarom is duurzame ontwikkeling belangrijk?
Om de arbeidsdeelname te vergroten en ervoor te zorgen dat werkenden in staat zijn langer door te werken, is duurzame ontwikkeling nodig. De arbeidsmarkt verandert continu door toenemende globalisering, robotisering en technologische ontwikkelingen en dus moet ook de kennis en vaardigheden van werkenden meeveranderen.
Bij duurzame ontwikkeling spelen drie aspecten een rol:
- Professionalisering: goed worden in je werk en bijblijven op je vakgebied.
- Wendbaarheid: je snel en effectief kunnen aanpassen aan veranderingen op werkgebied. Denk aan andere rollen of taken op je nemen binnen je werk of anticiperen op ander werk.
- Mobiliteit: daadwerkelijk veranderen van functie of werkgever.
Naast professionalisering zijn ook wendbaarheid en mobiliteit belangrijk voor werkenden en werkzoekenden, zeker in de huidige veranderende arbeidsmarkt. Dat blijkt ook uit het onderzoek van SCP, waarin staat dat steeds minder mensen naar nieuw werk zoeken bij (dreigend) baanverlies. In 2018 ging het economisch beter en raakten minder mensen hun baan kwijt, waardoor ze minder de behoefte hadden om naar werk te zoeken. In 2020 waren er minder vacatures, waardoor er minder baanopeningen waren waar mensen op konden solliciteren. Daarnaast spelen waarschijnlijk ook de coronasteunmaatregelen van de overheid een rol. Die was vooral gericht op baanbehoud om te voorkomen dat mensen werkloos raakten.
Professionalisering, anticiperen en bewegen staan in verbinding met elkaar en vormen een logisch samenhangend geheel (zie figuur hieronder).
De situatie van een werkende bepaalt vaak op welke van de drie aspecten hij zich richt. Iemand die net zijn studie heeft afgerond, zal vooral bezig zijn met professionalisering, terwijl iemand die zijn baan dreigt te verliezen op zoek zal gaan naar ander werk (mobiliteit). Maar duurzaam ontwikkelen is pas echt effectief als werkenden zich op alle drie de aspecten richten en een actieve houding aannemen. Zo worden werkenden weerbaarder en wendbaarder. Kortom: naarmate professionaliteit, wendbaarheid en mobiliteit beter met elkaar verbonden zijn, houden werkenden en werkzoekenden meer perspectief op werk en inzetbaarheid. En dat komt zowel hun eigen (toekomstig) functioneren als de arbeidsmarkt ten goede.
Hoe komen werkenden in beweging?
Uit het onderzoek van SCP blijkt dat er nog te weinig beweging is onder werkenden en er te weinig aandacht wordt besteed aan duurzame ontwikkeling. Werkgevers kunnen werkenden helpen en hen stimuleren met hun eigen ontwikkeling bezig te zijn. We onderscheiden drie componenten:
- Laat werkenden weten hoe hun toekomstige situatie eruit ziet. Denk aan arbeidsmarktanalyses, vaardighedenportfolio’s en loopbaanscans.
- Werkenden willen zich eerder bezighouden met duurzame ontwikkeling als zij zelf betrokken worden bij de gewenste ontwikkelacties en hier erkenning en waardering voor krijgen. De gewenste stappen die een werkende moet ondernemen moeten dan wel aansluiten bij zijn persoonlijke drijfveren, behoeften en kwaliteiten.
- Als werkenden zich (nog) niet kunnen ontwikkelen, kan ondersteuning helpen. Denk aan oefeningen of coaching.
Hoe beter een werkgever in staat is om aan de randvoorwaarden voor weten, willen en kunnen tegemoet te komen, des te groter is de kans dat duurzaam ontwikkelen ook echt van de grond komt.
Hoe kunnen we samen op elk niveau duurzaam ontwikkelen tot een succes maken?
Op individueel niveau werken werkenden en werkzoekenden aan hun duurzame ontwikkeling, maar organisaties moeten hier op regionaal niveau de randvoorwaarden voor scheppen. Duurzame ontwikkeling is dan ook een verantwoordelijkheid van verschillende partijen op ieder niveau. We onderscheiden, naast het individuele niveau, de volgende niveaus:
- Organisatieniveau; organisaties kunnen vanuit hun visie op duurzame ontwikkeling inzetten op een leer- en ontwikkelcultuur.
- Regionaal niveau; partijen hebben de verantwoordelijkheid om vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Dat kan bijvoorbeeld door samen te werken binnen en tussen sectoren en opleidingsketens en door informatie over vraag en aanbod in de regio beschikbaar te stellen en te delen.
- Landelijk niveau; duurzame ontwikkeling kan gestimuleerd worden door wet- en regelgeving, goede cao’s en een voorzieningenstelsel voor goed onderwijs.
Om van duurzame ontwikkeling een succes te maken, hebben alle betrokken partijen van de verschillende niveaus elkaar nodig. Zo is uitwisseling van kennis en ervaring tussen de niveaus belangrijk, want hoe meer het individueel, organisatie-, regionaal en landelijk niveau op elkaar aansluiten, des te beter lukt het in de praktijk om duurzaam ontwikkelen effectief vorm te geven.
Wie is aan zet?
Ook de overheid ziet het belang in van duurzaam ontwikkelen. In de hoofdlijnenbrief van minister Van Gennip van het ministerie van SZW wordt dat onderstreept en geeft ze aan dat publieke en private partijen gezamenlijk de verantwoordelijkheid hebben om te zorgen voor een goede arbeidsmarktinfrastructuur. Hieronder een passage uit de hoofdlijnenbrief:
‘Mensen moeten zoveel mogelijk eigen regie kunnen nemen op hun loopbaan en
eigen ontwikkeling. De ambitie is om toe te werken naar een publiek-private
arbeidsmarktinfrastructuur die werkenden, werkzoekenden en werkgevers
toegang biedt tot integrale, herkenbare en laagdrempelige dienstverlening die
aansluit bij wat in hun situatie nodig is. Daarin houden private en publieke partijen
ieder hun eigen verantwoordelijkheid. Met de crisisdienstverlening door regionale
mobiliteitsteams is daarmee al ervaring opgedaan. We willen van deze aanpak
behouden wat goed blijkt te werken’
Recente ontwikkelingen op het gebied van duurzame inzetbaarheid
De komende jaren maken veel arbeidsmarktfondsen gebruik van de MDIEU-subsidieregeling, waarmee duurzame inzetbaarheid hoog op de agenda staat. MDIEU staat voor Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid & Eerder Uittreden. Het doel is om zoveel mogelijk mensen gezond hun pensioen te laten bereiken door te investeren in duurzame inzetbaarheid. Sectoren kunnen hier een plan voor indienen en er subsidie voor krijgen om het uit te voeren. Het CAOP ondersteunt als arbeidsmarktkenniscentrum arbeidsmarktfondsen bij het indienen van een MDIEU-aanvraag. Daarnaast is het CAOP in veel gevallen betrokken bij de uitvoering van de plannen en de (financiële) verantwoording, zoals bij A+O VVT en de sector georganiseerde sport.
Meer informatie over duurzaam ontwikkelen
Wil jij meer weten over duurzaam ontwikkelen of op welke manier het CAOP je kan helpen? Neem onderaan de pagina contact met ons op.