Het Fonds Podiumkunsten blikt in het magazine ‘Hink/stap/sprong’ terug op 2018 en kijkt vooruit naar de toekomst. Daarbij hoort ook de discussie over eerlijke beloning in de sector, die op gang kwam met de Fair Practice Code. Geelkerken en Vinken geven hun visie hierop. Geelkerken doet dat vanuit zijn adviesrol. Als expertisecentrum op het gebied van arbeidszaken adviseert het CAOP het Fonds Podiumkunsten. Vinken is eveneens expert. Hij deed onlangs in opdracht van het Fonds Podiumkunsten onderzoek naar honorariumrichtlijnen in de culturele en creatieve sector.
‘Startsein voor breed gesprek’
Geelkerken vindt de Fair Practice Code ‘een mooie code, omdat werkelijk iedereen die mag onderschrijven. Ook de individuele maker. Je verplicht je ermee de dialoog aan te gaan met degene die jou een dienst aanbiedt of aan wie jij je diensten aanbiedt.’ Hij ziet de code als een startsein voor een breed gesprek over een goede honorering in de sector. Volgens hem is het goed dit gesprek te voeren. ‘Het verdienvermogen ligt lager dan in welke sector dan ook. En dat voor een sector die voor een deel met gemeenschapsgeld wordt gefinancierd. Zelfs het onderwijs, waar veel mensen een kleine baan hebben, kent veel meer vaste dienstverbanden.’
Drietrapsraket
Vinken en Geelkerken pleiten voor solidariteit bij het maken van collectieve afspraken, scherp toezicht om het proces te versnellen, en financiers (overheden en fondsen) die eerlijke beloning afdwingen met maatregelen. In het interview wordt dit een ‘drietrapsraket’ genoemd, die nodig is om de Fair Practice Code stuwkracht te geven. Geelkerken noemt het push en pull. Samenvattend zegt hij: ‘Het moet uit de sector zelf komen én er moet druk van buiten zijn. Het raakt iedereen.’