Tegelijk verdienen zwakke punten als werkdruk en beloning (de andere kant van de januskop) de aandacht. Dit schrijven CAOP-onderzoekers Ruud van der Aa en Deborah van den Berg in een artikel in het vakblad SchoolManagement (nummer februari 2019).
Overeenkomsten in SWOT-analyses
Met ondersteuning van het CAOP en onderzoeksbureau Ecorys hebben de drie arbeidsmarktfondsen Arbeidsmarktplatform PO, Voion en SOM een SWOT-analyse opgesteld. Daarin zijn op basis van bestaand arbeidsmarktonderzoek in het onderwijs de sterktes (strenghts) en zwaktes (weaknesses) van de onderwijsarbeidsmarkt in kaart gebracht, evenals de kansen (opportunities) en bedreigingen (threats) in de omgeving. Er zijn veel overeenkomsten te zien in deze SWOT-analyses voor het po, vo en mbo. Die bieden aanknopingspunten om aan de personele tekorten in iedere sector en regio te werken. Wat is het positieve gezicht van het onderwijs en wat is de andere kant, waar verbetering nodig is?
Sterktes en zwaktes
Als belangrijk sterk punt noemt het artikel de baantevredenheid in het onderwijs. Uit personeelsonderzoek onder ruim 9.000 medewerkers in het po, vo en mbo blijkt dat in alle drie de sectoren ruim 80 procent van het personeel tevreden tot zeer tevreden is met zijn baan. Ook blijkt dat het personeel in meerderheid trots op zijn werk is, en bovendien ervaart een groot deel van hen dat ook als zinvol. Daarnaast waarderen werknemers de mogelijkheid om in deeltijd te werken en ze geven aan dat ze veel mogelijkheden hebben voor professionalisering. Tot slot is de baanzekerheid positief in de drie sectoren.
Daartegenover staan de zwakke punten die uit de SWOT-analyses komen. Vooral in het primair onderwijs is er een salarisachterstand ten opzichte van de marktsector. Het verschil in salaris met het voortgezet onderwijs is ook ‘substantieel’. De uitstroom onder starters en het ziekteverzuim onder vooral ouder personeel is hoog. Burn-outklachten komen vaak voor. Verder zijn leraren kritisch over hun loopbaanmogelijkheden en de hoeveelheid werk, en een groot deel van hen ervaart werkdruk.
Kansen en bedreigingen
In het artikel staan ook verschillende ontwikkelingen die de komende jaren invloed kunnen hebben op de onderwijsarbeidsmarkt. Allereerst zijn dat demografische ontwikkelingen als ontgroening (waardoor het leerlingenaantal daalt) en vergrijzing (waardoor veel leraren de komende jaren met pensioen gaan). Een andere bedreiging is de concurrentie tussen scholen vanwege de toenemende vraag naar personeel. Verder is het aanzien van het leraarschap gedaald, maar daar staat tegenover dat er volgens recent onderzoek onder de Nederlandse beroepsbevolking aanzienlijke interesse bestaat voor het beroep van leraar.
Veranderingen in de maatschappij beïnvloeden ook het onderwijs. Leerlingen en studenten krijgen steeds meer ‘21e-eeuwse vaardigheden’ aangeleerd om voorbereid te zijn op een snel veranderende arbeidsmarkt. In maatschappelijke discussies blijkt dat er van het onderwijs ook wordt verwacht dat het bijdraagt aan maatschappelijke uitdagingen: van het bestrijden van obesitas tot het signaleren van huiselijk geweld of radicalisering. Tot slot verandert het onderwijsbeleid regelmatig, wat ook invloed heeft op het werk(en) in de sector.
Aanbevelingen voor aanpak lerarentekort
De SWOT-analyses maken volgens de auteurs duidelijk dat er genoeg sterke punten zijn die onderwijsinstellingen kunnen benutten om een aantrekkelijke werkgever te zijn en blijven. Denk aan werkzekerheid, (nadruk op) zinvol werk en ontwikkelingsmogelijkheden voor docenten. Dat kan echter niet ‘zonder de andere kant van de januskop te negeren en daarop verbeteringen in te zetten,’ vervolgen de auteurs. Het gaat dan om punten als goed werkgeverschap, de aanpak van ziekteverzuim en goede begeleiding van starters.
Het artikel besluit ermee dat het helpt om de onderlinge concurrentie te parkeren en samen op te trekken in de regio, in samenwerking met de pabo en lerarenopleiding. Schoolbesturen kunnen tot 31 augustus subsidie van het ministerie van OCW aanvragen voor deze regionale samenwerking bij de aanpak van het lerarentekort. Van deze mogelijkheid wordt al volop gebruikgemaakt, vooral in het primair onderwijs.